ECLI:NL:RBZWB:2023:9387

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10487252 MB VERZ 23-159
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet dragen van goedgekeurde helm op bromfiets

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen omdat hij op 22 oktober 2021 om 21:15 uur op het Oranjeplein te Oost-Souburg als bestuurder of passagier van een bromfiets geen goedgekeurde helm droeg. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 november 2023 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig. Betrokkene voerde aan dat hij niet op het Oranjeplein was op het moment van de gedraging en dat er geen staandehouding heeft plaatsgevonden. Hij stelde dat de verbalisanten ten onrechte naar zijn huis waren gegaan en dat hij bewijs had in de vorm van foto's en getuigen die hem konden ondersteunen.

De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging. Betrokkene had de vereiste zekerheidstelling voor het beroep te laat betaald, waardoor deze werd gepasseerd. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10487252 \ MB VERZ 23-159
CJIB-nummer : 1062 5422 4624 3918
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: bestuurder of passagier bromfiets draagt geen goedgekeurde, goedpassende/deugdelijk bevestigde helm op de Oranjeplein te Oost-Souburg op 22 oktober 2021 om 21:15 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene was niet bij het Oranjeplein op dat moment en er heeft geen staandehouding plaatsgevonden. De verbalisanten zijn naar betrokkene zijn huis gegaan omdat ze dachten dat hij het was. Dit klopte niet. Betrokkene heeft een paar foto’s te weten verzamelen en daarnaast heeft hij drie getuigen die om 21:15 uur bij betrokkene waren. Betrokkene was namelijk een scooterblok aan het verkopen op dat tijdstip. Daarvoor was betrokkene ook bezig met het in elkaar zetten van de scooterblok. Betrokkene geeft aan dat er geen bewijs is en dat de scooter van betrokkene onrechtvaardig in beslag is genomen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het niet tijdig zekerheidstellen te passeren en het beroep ongegrond te verklaren, gelet op de uitgebreide verklaring van de verbalisant en de uiteindelijke bekentenis van betrokkene de gedraging te hebben verricht.

Overwegingen

Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 109,- te laat betaald.
De niet tijdig betaalde zekerheid wordt gepasseerd.
Inhoudelijk
De kantonrechter zal het beroep tegen de boete vervolgens inhoudelijk beoordelen.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: