Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen omdat hij op 22 oktober 2021 om 21:15 uur op het Oranjeplein te Oost-Souburg als bestuurder of passagier van een bromfiets geen goedgekeurde helm droeg. Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 8 november 2023 was betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig. Betrokkene voerde aan dat hij niet op het Oranjeplein was op het moment van de gedraging en dat er geen staandehouding heeft plaatsgevonden. Hij stelde dat de verbalisanten ten onrechte naar zijn huis waren gegaan en dat hij bewijs had in de vorm van foto's en getuigen die hem konden ondersteunen.
De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging. Betrokkene had de vereiste zekerheidstelling voor het beroep te laat betaald, waardoor deze werd gepasseerd. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard.