ECLI:NL:RBZWB:2023:9391

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10477967 MB VERZ 23-141
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens handelen in strijd met geslotenverklaring

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Edisonweg te Vlissingen op 27 december 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 november 2023 is de zaak behandeld. Betrokkene en zijn gemachtigde, mr. drs. R. de Nekker, zijn niet verschenen. De officier van justitie was vertegenwoordigd door mr. C.S. de Meer. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging waarvoor de boete was opgelegd. Betrokkene voerde aan dat er geen geslotenverklaringsbord aanwezig was en dat de verbalisanten niet konden constateren waar hij vandaan kwam. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10477967 \ MB VERZ 23-141
CJIB-nummer : 9062 5422 4742 6536
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. drs. R. de Nekker (Zaakrecht c.q. Boetejuristen)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op de Edisonweg te Vlissingen op 27 december 2021 om 14:35 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene en zijn vrouw zijn via het [bedrijf ] naar de kwestieuze locatie gegaan waar geen geslotenverklaringsbord stond. Het had op de weg van de wegbeheerder gelegen om een herhalingsbord te plaatsen. Betrokkene voert aan dat de [bedrijf ] twee in- en uitgangen heeft en dat bij de tweede uitgang geen enkel bord geplaatst staat. De verbalisanten stonden een aardig stuk verder op en konden niet constateren waar zij vandaan kwamen. Betrokkene en zijn vrouw gingen samen naar de [bedrijf ] en reden met twee verschillende voertuigen. Betrokkene neemt het de desbetreffende verbalisanten enorm kwalijk: het gaat namelijk om twee identieke boetes. Voorts verzoekt gemachtigde om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant heeft verklaard dat betrokkene op een kruising bij de Hertsweg richting de Edisonweg reed. Achter het hekwerk, waar betrokkene stelt te hebben gereden, is geen kruispunt meer. Zijn verklaring kan dus niet kloppen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant dat betrokkene op de kruising bij de Hertsweg richting de Edisonweg reed. De kantonrechter is van oordeel dat het niet aannemelijk is dat betrokkene vanuit de parkeerplaats van de [bedrijf ] kwam rijden, mede gelet op de verklaring van de verbalisant en gezien het tijdsverloop tussen het overgelegde bonnetje en het constateren van de gedraging.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: