ECLI:NL:RBZWB:2023:9394

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10500791 MB VERZ 23-165
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood licht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht op de N661 Nieuwe Vlissingseweg te Vlissingen op 25 januari 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 8 november 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.S. de Meer, was wel aanwezig. De betrokkene voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het die avond mistig was en hij niet verder dan tien meter kon kijken. Hij stelde dat het stoplicht op oranje stond en dat de 3,5 seconderegel van toepassing was. De zittingsvertegenwoordiger betoogde echter dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden en dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de vaststelling van de gedraging.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter zag geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en benadrukte dat de betrokkene, zeker in mistige omstandigheden, voorzichtig moet rijden en tijdig moet stoppen bij een verkeerslicht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10500791 \ MB VERZ 23-165
CJIB-nummer : 2062 5422 4725 7961
uitspraakdatum : 8 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is – met bericht daarvan – niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorrijden bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de N661 Nieuwe Vlissingseweg (kruising Nieuwe Zuidbeekseweg) te Vlissingen op 25 januari 2022 om 19:50 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Het was die avond erg mistig. Betrokkene kon niet eens tien meter vooruitkijken. Het stoplicht was op oranje en betrokkene was op dat moment doorgereden. Betrokkene stelt dat de 3,5 seconderegel van toepassing is.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft aan de zekerheid voldaan, waaruit blijkt dat het wel is gelukt om te betalen. Het gaat om een roodlicht gedraging, waarmee ernstige ongelukken kunnen gebeuren. Vooral ten tijde van de gedraging aangezien het op dat moment mistig was. Er is geen sprake van een 3,5 seconde regel bij roodlicht gedragingen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Uit de stukken van het dossier blijkt duidelijk dat het stoplicht op rood stond en betrokkene te laat was.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. De kantonrechter stelt dat betrokkene – zeker met mist – voorzichtig moet rijden en tijdig moet stoppen bij het verkeerslicht, waardoor er geen risico’s worden gelopen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 8 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: