ECLI:NL:RBZWB:2023:9413

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
16 januari 2024
Zaaknummer
23-023295
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhouding van de behandeling van een klaagschrift in verband met contra-expertise verzoek

Op 11 december 2023 vond er een openbare raadkamerzitting plaats bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda, waar de zaak tegen klaagster werd behandeld. Klaagster, geboren in 1977 en woonachtig in ’s-Gravenhage, was niet verschenen, evenmin als haar raadsman, mr. J. Biemond. De raadsman had op 5 december 2023 per e-mail een verzoek tot aanhouding van de behandeling van het klaagschrift ingediend. Dit verzoek was gebaseerd op de uitkomsten van een second opinion door een deskundige, waarvoor een verzoek tot contra-expertise was ingediend bij de rechter-commissaris. De rechtbank ontving de relevante stukken met betrekking tot de second opinion en het verzoek bij de rechter-commissaris.

De officier van justitie, mr. J.A. Castelein, gaf op 8 december 2023 aan zich niet te verzetten tegen het aanhoudingsverzoek, ondanks dat het verzoek in eerste instantie summier was onderbouwd. De rechter, mr. A.L. Hoekstra, besloot op basis van het verzoek van de raadsman om de behandeling van het klaagschrift in raadkamer aan te houden. De rechter schorste de behandeling voor onbepaalde tijd, waarbij het belang van het onderzoek voorop stond. Tevens werd de oproeping van klaagster en haar raadsman bevolen voor het tijdstip waarop het onderzoek in raadkamer zou worden voortgezet. Dit proces-verbaal werd door de rechter en de griffiers, mr. M. van Grinsven en K. Verdult, vastgesteld en ondertekend, waarbij griffier mr. Van Grinsven niet in de gelegenheid was om mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: /
Raadkamernummer: 23-023295

proces-verbaal van de openbare raadkamerzitting op 11 december 2023

rechter: mr. A.L. Hoekstra
griffiers: mr. M. van Grinsven en K. Verdult
officier van justitie: mr. J.A. Castelein.
De zaak tegen klaagster wordt uitgeroepen.
Klaagster:

[klaagster]

geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats]
wonende op het [woonadres]
woonplaats kiezende ten kantore van mr. J. Biemond, Joseph Ledelstraat 116 te 2528 KM ’s-Gravenhage
is niet verschenen.
Evenmin is verschenen de raadsman van klaagster, mr. J. Biemond, advocaat te ’s-Gravenhage.
Bij de griffie is op 5 december 2023 per e-mail een verzoek binnengekomen van de raadsman, waarin deze heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het klaagschrift nu – naar aanleiding van de uitkomsten van een second opinion door een door de verdediging ingeschakelde deskundige – een verzoek tot contra-expertise is ingediend bij de rechter-commissaris. De stukken met betrekking van de second opinion en het ingediende verzoek bij de rechter-commissaris zijn nadien aan de rechtbank verstrekt.
De officier van justitie heeft per e-mail van 8 december 2023 te kennen gegeven dat hij zich, hoewel het verzoek in eerste instantie summier is onderbouwd, niet verzet tegen het aanhoudingsverzoek.
Namens de rechter is op 8 december 2023 per e-mail aan de raadsman en de officier van justitie laten weten dat de rechter, gelet op het verzoek van de raadsman, de behandeling van het klaagschrift in raadkamer zal aanhouden.
De rechter
schorst, nu het belang van het onderzoek dit vordert, het onderzoek in raadkamer voor
onbepaalde tijd.
De rechter beveelt de oproeping van klaagster en de raadsman tegen het tijdstip waarop het onderzoek in raadkamer wordt voortgezet.
Dit proces-verbaal is door de rechter en de griffiers vastgesteld en door de rechter en een van de griffiers ondertekend.
De griffier mr. Van Grinsven is niet in de gelegenheid dit proces-verbaal mede te ondertekenen.