Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De feiten
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2010.
- gedurende 3 dagen per week, door ouders in onderling overleg nader vast te stellen op een dusdanige wijze dat [minderjarige] in ieder geval om het weekend bij de man is. Het halen en brengen van [minderjarige] wordt door de man verzorgd.
- nu de man bekend is met psychische klachten, zal hij zodra hij merkt in een terugvalfase te zitten, dit direct aan de vrouw kenbaar maken en zal hij gedurende die fase afzien van zijn recht op omgang en contact met [minderjarige] . De opschorting van de omgangscontacten zal duren totdat zijn klachten ook volgens zijn behandelaars weer in voldoende mate zijn teruggedrongen en de man weer op een verantwoorde wijze inhoud kan geven aan zijn zorg- en opvoedingstaken voor [minderjarige] . In een terugvalperiode van de man zal [minderjarige] geheel aan de zorg van alleen de vrouw worden toevertrouwd.
- Voorts heeft [minderjarige] er recht op om een gedeelte van de vakanties en feestdagen bij de man te verblijven. Een nadere verdeling van de vakantie- en feestdagen zal in onderling overleg tussen partijen worden vastgesteld. De verjaardag van [minderjarige] zal bij de vrouw worden gevierd.
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.