ECLI:NL:RBZWB:2023:9438

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 oktober 2023
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
10494693 \ CV EXPL 23-1297 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning toegewezen wegens overlast, ondanks geestelijke problematiek huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter op 4 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen Stichting Alwel en de bewindvoerder van [rechthebbende]. Alwel vorderde de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van [rechthebbende] vanwege ernstige overlast die hij veroorzaakte. Ondanks de geestelijke problematiek van [rechthebbende] oordeelde de kantonrechter dat de ontbinding gerechtvaardigd was. De rechter stelde vast dat [rechthebbende] herhaaldelijk in strijd met de huurvoorwaarden had gehandeld door overlast te veroorzaken en zijn tuin te verwaarlozen. Alwel had meerdere pogingen ondernomen om de situatie te verbeteren, maar zonder blijvend resultaat. De kantonrechter oordeelde dat het woonbelang van [rechthebbende] niet opwoog tegen de belangen van Alwel en de omwonenden. De ontruimingstermijn werd vastgesteld op twee maanden, en de vordering in reconventie van de bewindvoerder werd afgewezen, omdat [rechthebbende] het aanbod voor een andere woning had geweigerd. De proceskosten werden toegewezen aan Alwel.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 10494693 \ CV EXPL 23-1297
Vonnis van 4 oktober 2023
in de zaak van
STICHTING ALWEL,
te Roosendaal,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: [gemachtigde] werkzaam als juridisch adviseur bij Alwel,
tegen
1.
[gedaagde] B.V., IN HAAR HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER VAN [rechthebbende],
te [plaats 1] ,
2.
[rechthebbende],
te [plaats 2] ,
gedaagden in conventie,
eisers in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. C.G.A. Mattheussens.
Eiseres in conventie, tevens verweerster in voorwaardelijke reconventie, wordt hierna Alwel genoemd. Gedaagden in conventie, tevens eisers in voorwaardelijke reconventie, worden hierna (in mannelijk enkelvoud) de bewindvoerder, dan wel [rechthebbende] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 juli 2023 en de daarin genoemde stukken,
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie met één productie,
- de aanvullende producties 29 tot en met 31 van Alwel,
- de aanvullende productie 32 van Alwel,
- de aanvullende productie 33 van Alwel.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 augustus 2023. Namens Alwel zijn verschenen de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] . De bewindvoerder, dan wel [rechthebbende] wordt vertegenwoordigd door de gemachtigde mr. C.G.A. Mattheussens. Van het verhandelde ter zitting zijn door de griffier aantekeningen gemaakt. De mondelinge behandeling is gesloten en er is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[rechthebbende] is bij beschikking van 10 juni 2015 van de kantonrechter te Bergen op Zoom onder bewind gesteld vanaf 11 juni 2015 vanwege verkwisting of het hebben van problematische schulden. Bij beschikking van 28 juni 2021 heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom de gronden van de onderbewindstelling gewijzigd in lichamelijke of geestelijke toestand.
2.2.
Met ingang van 24 september 2015 huurt [rechthebbende] de woning aan de [adres 1] te [plaats 2] (hierna: de woning). Op de huurovereenkomst zijn de Algemene huurvoorwaarden huurovereenkomst zelfstandige woonruimte AlleeWonen d.d. juli 2014 (hierna: de huurvoorwaarden) van toepassing.
2.3.
In de periode februari 2021 tot en met december 2022 heeft Alwel diverse brieven naar [rechthebbende] gestuurd vanwege de meldingen die zij van omwonenden, die tevens huurder zijn van Alwel, ontvangt van onder andere geluidsoverlast, het vervuilen van de tuin, overlastklachten van bezoekers van [rechthebbende] en het dealen in en vanuit de woning. In deze brieven wordt [rechthebbende] verzocht te stoppen met het veroorzaken van overlast.
2.4.
Bij brief van 13 februari 2023 bericht Alwel aan [rechthebbende] dat zij, in aanwezigheid van GGZ en politie, op 8 februari 2023 op bezoek is geweest bij [rechthebbende] . Alwel bevestigt in deze brief dat er tijdens dat gesprek door haar is aangegeven dat zij een andere woning in [adres 2] wil aanbieden aan [rechthebbende] , maar dat [rechthebbende] in de woning wil blijven en dat hij de gang naar de rechtbank wil maken. Alwel geeft aan een juridische procedure te gaan starten met als doel dat [rechthebbende] de woning verlaat.
2.5.
Bij brief van 27 februari 2023 heeft Alwel aan [rechthebbende] een allerlaatste kans gegeven om in de woning te blijven wonen. De overlast dient per direct te stoppen en [rechthebbende] dient akkoord te gaan met de bij de brief gevoegde Allonge Gedragsaanwijzing. Verder is in de brief aangegeven dat [rechthebbende] en zijn eventuele begeleider worden uitgenodigd om op 9 maart 2023 op het kantoor van Alwel te komen en dat als [rechthebbende] zonder tegenbericht geen gehoor geeft aan deze afspraak, Alwel ervan uitgaat dat hij geen gebruik wenst te maken van de allerlaatste kans.
2.6.
[rechthebbende] is niet akkoord gegaan met de gedragsaanwijzing en is niet komen opdagen op de afspraak.

3.Het geschil

In conventie:
3.1.
Alwel vordert - samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden,
II. de bewindvoerder te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen,
III. de bewindvoerder te veroordelen oma aan Alwel te betalen een bedrag van
€ 648,96 per maand, zijnde een gebruiksvergoeding gelijk aan de huur, vanaf de dag van ontbinding tot de woning ontruimd is opgeleverd te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid,
IV. de bewindvoerder te veroordelen in de proces- en nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Alwel legt aan haar vordering - samengevat - ten grondslag dat [rechthebbende] te kort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de met Alwel gesloten huurovereenkomst. [rechthebbende] heeft in strijd met de huurvoorwaarden en artikel 7:213 BW gehandeld, door overlast aan omwonenden te veroorzaken en de tuin te verwaarlozen. [rechthebbende] is een drugsgebruiker die voor veel geluidsoverlast zorgt onder andere in de vorm van schreeuwen vanuit te woning en het vanuit de woning bonken en trappen tegen deuren en radiatoren. De tuin van [rechthebbende] is verwaarloosd en vervuild vanwege onder meer afval in de tuin en omwonenden klagen over ongedierte. Ook ervaren omwonenden overlast van bezoekers van [rechthebbende] , dan wel van mensen die bij [rechthebbende] inwonen en wordt er in, dan wel om de woning gedeald in drugs. [rechthebbende] heeft veel kansen gehad om zijn gedrag te verbeteren. Er hebben verschillende interventies van Alwel en hulpverlenende instanties plaatsgevonden die niet tot een (structurele) verbetering van het gedrag van [rechthebbende] hebben geleid. Alwel voert aan dat omwonenden van haar verlangen dat zij maatregelen treft en dat zij ook genoodzaakt is om maatregelen te treffen om de leefbaarheid in de buurt te herstellen. Daarom kan instandhouding van de huurovereenkomst niet van haar worden gevergd.
3.3.
De bewindvoerder voert verweer. Hij concludeert primair tot afwijzing van de vordering, subsidiair het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en meer subsidiair te bepalen dat Alwel de woning niet eerder mag ontruimen totdat [rechthebbende] een aan hem aangeboden woning heeft betrokken, althans de termijn van ontruiming te bepalen op vier maanden na betekening van het vonnis, met veroordeling van Alwel in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
In voorwaardelijke reconventie:
3.5.
De bewindvoerder vordert in voorwaardelijke reconventie, onder de voorwaarde dat de kantonrechter de tussen partijen gesloten huurovereenkomst ontbindt, Alwel te veroordelen om [rechthebbende] een woning aan te bieden welke is gelegen in de wijk [adres 2] te [plaats 2] en Alwel te verbieden om de woning te ontruimen voordat [rechthebbende] de hem door Alwel op grond van het vonnis aangeboden woning heeft betrokken, met veroordeling van Alwel in de proceskosten.
3.6.
De bewindvoerder voert aan dat Alwel bij e-mail van 13 februari 2023 aan [rechthebbende] heeft aangeboden om hem een andere woning in de wijk [adres 2] aan te bieden en dat Alwel haar toezegging geen gestand heeft gedaan.
3.7.
Alwel heeft verweer gevoerd dat hierna, voor zover van belang, aan de orde komt. Alwel concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de bewindvoerder in zijn vordering, althans hem deze als ongegrond en onbewezen te ontzeggen met uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van de bewindvoerder in de proces- en nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
De kantonrechter oordeelt over de vorderingen jegens [rechthebbende] als volgt. Het beheer en de beschikking over de onder bewind staande goederen komen tijdens het bewind niet toe aan de rechthebbende, maar aan de bewindvoerder (artikel 1:438 leden 1 en 2 BW). Als gevolg van het bewind is [rechthebbende] processueel onbekwaam in dit geding en neemt de bewindvoerder de plaats van [rechthebbende] in als formele procespartij (artikel 1:441 lid 1 BW). Nu [rechthebbende] terwijl hij al processueel onbekwaam was als zelfstandig procespartij in de procedure is gedagvaard, is Alwel niet ontvankelijk in haar vordering jegens [rechthebbende] . In dit vonnis wordt de naam van [rechthebbende] gebruikt voor zover het gedragingen van [rechthebbende] zelf betreffen.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat gelet op het bepaalde in artikel 6:265 lid 1 BW iedere tekortkoming van [rechthebbende] in de nakoming van een van zijn verbintenissen uit de huurovereenkomst aan Alwel de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te doen ontbinden, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Verder dient bij de beoordeling van de ontbindings- en ontruimingsvordering, indien sprake is van een tekortkoming van [rechthebbende] , de ernst van die tekortkoming te worden afgezet tegen zijn woonbelang. Daarbij geldt dat het woonrecht van [rechthebbende] een vitaal recht betreft. Aantasting van dat recht dient evenredig te zijn aan het beoogde doel daarvan. Bij beantwoording van de vraag of de ontbinding gerechtvaardigd is, zijn alle omstandigheden van het geval van belang.
4.3.
Met de in het dossier opgenomen meldingen van omwonenden bij Alwel heeft Alwel voldoende onderbouwd dat [rechthebbende] ernstige en structurele overlast veroorzaakt. [rechthebbende] heeft de (geluids)overlast niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. [rechthebbende] erkent immers in de conclusie van antwoord dat hij slaat/bonkt tegen de deur of radiator. Hij geeft aan dit te doen omdat hij telepathisch in verbinding staat met zijn buurvrouw en dat zij soms zijn rust verstoort en hij die slechte invloed probeert te verdrijven door het maken van lawaai. Dat hij daarmee niet de intentie heeft om zijn buurvrouw te willen lastigvallen, maakt het daardoor ervaren overlast door zijn buren echter niet anders of minder ingrijpend in hun leven. Hij heeft zich op grond van de huurvoorwaarden als een goed huurder te gedragen en daar valt het ’s nachts slaan en bonken tegen de deur of radiator niet onder. Daarnaast zijn de klachten van Alwel niet afkomstig van één buurtbewoner, ook andere omwonenden hebben meerdere malen geklaagd.
4.4.
Dat er periodes zijn waarin er geen meldingen zijn gedaan van overlast, dan wel dat niet blijkt van klachten over geluidsoverlast na januari 2023 leidt niet tot een ander oordeel. Het zich als een goed huurder gedragen en geen overlast of hinder aan omwonenden veroorzaken is een voortdurende verplichting. Daarbij geldt dat tekortkomingen uit het verleden niet ongedaan gemaakt kunnen worden. Bovendien volgt uit de formulieren van het buurtonderzoek dat omwonenden in 2023 ook nog overlast ervaren.
4.5.
Omwonenden hebben verder geklaagd over bezoekers, dan wel mensen die bij [rechthebbende] inwonen die overlast veroorzaken. Het enkele verweer dat [rechthebbende] niet veel bezoek krijgt en vaak alleen is, is gelet op de door Alwel overgelegde meldingen onvoldoende. Ook uit het buurtonderzoek volgt dat buurtbewoners overlast ervaren door bezoek bij [rechthebbende] en dat er bijna elke nacht bezoekers zijn die bij [rechthebbende] aanbellen. [rechthebbende] is op grond van de huurvoorwaarden verantwoordelijk voor het overlastgevend gedrag van bezoekers die bij hem op bezoek komen. Dit betekent dat hij ook in die zin te kort is geschoten in zijn verplichting uit hoofde van de huurovereenkomst.
4.6.
De kantonrechter overweegt ten slotte dat [rechthebbende] eveneens te kort is geschoten in zijn verplichting op grond van de huurvoorwaarden om zijn tuin zodanig te onderhouden dat die een verzorgde indruk maakt. Dit is door Alwel voldoende onderbouwd door middel van foto’s en wordt ook niet betwist door [rechthebbende] . Of er al dan niet sprake is (geweest) van overlast door ongedierte vanwege afval in de tuin, dan wel dat de achtertuin aan het zicht is onttrokken door schuttingen zodat buurtbewoners er geen last van hebben, maakt voorgaande niet anders. [rechthebbende] dient op grond van de huurvoorwaarden zijn voor- en achtertuin te onderhouden en hij heeft zich aan deze voortdurende verplichting enige tijd niet gehouden.
4.7.
De kantonrechter oordeelt dat de hiervoor vastgestelde tekortkomingen de ontbinding van de huurovereenkomst met haar gevolgen rechtvaardigt. De tekortkomingen zijn ernstig. Dat er bij [rechthebbende] sprake is van geestelijke problematiek, betekent niet dat omwonenden en/of Alwel structureel overlastgevend gedrag en een vervuilde en verwaarloosde tuin hebben te accepteren. Van Alwel mag als sociale verhuurster worden verwacht dat zij ook de belangen van [rechthebbende] in het oog houdt en daartoe de nodige actie onderneemt. Dit heeft zij ook gedaan. Zij heeft herhaaldelijk inspanningen verricht om [rechthebbende] de kans te geven de situatie te verbeteren. Alwel heeft [rechthebbende] diverse keren schriftelijk aangesproken op overlastgevend gedrag, er zijn huisbezoeken bij hem afgelegd en [rechthebbende] is uitgenodigd voor gesprekken op kantoor bij Alwel. Daarnaast heeft Alwel de situatie ook ter sprake gebracht bij het veiligheidshuis waarbij onder andere de politie, de veiligheidsadviseur van de gemeente en de GGZ aanwezig waren om te pogen [rechthebbende] de situatie met hulp van de ketenpartners te laten verbeteren. Tot slot heeft Alwel hem nog een allerlaatste kans gegeven om in de woning te kunnen blijven door een gedragsaanwijzing aan te bieden waaraan [rechthebbende] zich dient te houden. Al deze inspanningen hebben niet (blijvend) tot het gewenste resultaat geleid. Er bestaat evenmin concreet zicht op verbetering van de situatie als [rechthebbende] in de woning blijft wonen.
4.8.
[rechthebbende] heeft toegelicht dat ontruiming ingrijpende gevolgen voor hem heeft onder meer vanwege zijn psychiatrische aandoening. De kantonrechter oordeelt echter dat gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden het woonbelang van [rechthebbende] niet opweegt tegen het belang van Alwel bij een huurder die aan de verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst voldoet. Van Alwel kan niet langer worden gevergd dat zij de huurovereenkomst tussen haar en [rechthebbende] laat voortduren. De kantonrechter neemt daarbij ook in aanmerking dat Alwel jegens de omwonenden, die eveneens huurders zijn van Alwel, een contractuele plicht heeft hen ongestoord huurgenot te verschaffen.
4.9.
De slotsom is dan ook dat de vorderingen van Alwel worden toegewezen, met inachtneming van het volgende. De ontruimingstermijn wordt gesteld op twee maanden na betekening van dit vonnis. De kantonrechter oordeelt deze termijn redelijk gelet op het belang van [rechthebbende] bij het zoeken naar een alternatieve woonruimte en het inschakelen van de daarvoor noodzakelijke hulp.
4.10.
Het vonnis zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard. De kantonrechter overweegt dat de belangen van Alwel, zoals weergegeven onder 4.8, afgewogen tegen de belangen van [rechthebbende] dermate zwaarwegend zijn dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Daarbij is ook meegewogen dat de ontruimingstermijn op twee maanden is gesteld.
4.11.
[rechthebbende] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Alwel als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
132,42
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
398,00
(2,00 punten × € 199,00)
Totaal
658,42
In reconventie
4.12.
Aangezien de huuroverkomst wordt ontbonden, is de voorwaarde waaronder de vordering in voorwaardelijke reconventie is ingesteld, vervuld. De reconventionele vordering wordt afgewezen. Weliswaar heeft Alwel een toezegging gedaan om [rechthebbende] een andere woning in [adres 2] aan te bieden, maar vast staat dat [rechthebbende] dit aanbod heeft geweigerd. [rechthebbende] kan dan niet alsnog aanspraak maken op die toezegging. Er bestaat voor Alwel geen verplichting om [rechthebbende] alsnog een andere woning aan te bieden. Bovendien heeft [rechthebbende] nadien nog een kans gekregen om in de woning te kunnen blijven wonen en heeft hij ook deze kans niet aangegrepen. De vordering wordt dan ook bij gemis aan grondslag verworpen.
4.13.
[rechthebbende] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Alwel vastgesteld op € 199,00 (1 punt) aan salaris gemachtigde.
In conventie en in reconventie
4.14.
De kantonrechter begroot de na dit vonnis te maken kosten op € 99,50 aan salaris gemachtigde als [rechthebbende] niet vrijwillig binnen veertien dagen na aanschrijving van Alwel aan de veroordeling in het vonnis heeft voldaan. Als het vonnis moet worden betekend, komen ook de kosten daarvan voor rekening van [rechthebbende] .

5.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
verklaart Alwel niet ontvankelijk in haar vordering jegens [rechthebbende] ,
5.2.
ontbindt met ingang van de dag na heden de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres 1] te [plaats 2] ,
5.3.
veroordeelt de bewindvoerder om binnen twee maanden na betekening van het vonnis vorengenoemde woning te verlaten en ontruimen, met al degenen die en al hetgeen dat zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, en verlaten en ontruimd te houden met afgifte van alle passende sleutels aan Alwel,
5.4.
veroordeelt de bewindvoerder om aan Alwel te betalen een bedrag van € 648,96 per maand vanaf de dag van ontbinding tot en met de dag dat de woning daadwerkelijk ontruimd is opgeleverd, zijnde een gebruiksvergoeding gelijk aan de laatstelijk verschuldigd zijnde maandhuur, opeisbaar per de eerste dag van de maand waarop de vergoeding betrekking heeft en te vermeerderen met de wettelijke rente daarover telkens vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt de bewindvoerder om binnen veertien dagen na dit vonnis de proceskosten te voldoen aan Alwel, aan de zijde van Alwel tot dit vonnis vastgesteld op € 658,42, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in reconventie
5.6.
wijst de vordering van de bewindvoerder af,
5.7.
veroordeelt de bewindvoerder om binnen veertien dagen na dit vonnis de proceskosten te voldoen aan Alwel, aan de zijde van Alwel tot dit vonnis vastgesteld op
€ 199,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
in conventie en in reconventie
5.8.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de hiervoor genoemde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. van der Burgt en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2023.