Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)) op 11 juni 2022 op de Trekpot te Breda.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren van een voertuig in een parkeerverbodszone op 11 juni 2022 op de Trekpot te Breda. De betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat hij niet op de hoogte was van het parkeerverbod, omdat hij geen verkeersborden had gezien en er andere auto’s geparkeerd stonden. Hij was niet bekend in de omgeving en was daar voor een sollicitatie.
De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat er geen hinder was veroorzaakt door het parkeren. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, stelde echter dat het de verantwoordelijkheid van de betrokkene was om te controleren of hij op de aangewezen plek mocht parkeren. De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bleek dat de gedraging was verricht en dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen, aangezien het aan de betrokkene was om alert te zijn op verkeersborden en de omlijning van parkeervakken.
De uitspraak van de kantonrechter was dat het beroep ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Breeman, bijgestaan door griffier K. Verdult, en werd in het openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de zitting.