ECLI:NL:RBZWB:2023:9445

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10678845 \ MB VERZ 23-435
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 9 februari 2022 op de A59 te Terheijden. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 20 november 2023 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. C.M. Oostdam, aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. Betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij de gedraging niet heeft verricht en dat de verbalisant het niet goed kon zien vanwege ander verkeer. Betrokkene stelde dat hij een flesje ice tea vasthield, wat mogelijk verward kon zijn met een navigatiesysteem.

De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de vaststelling van de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de inconsistenties in de verklaringen van betrokkene geen aanleiding gaven om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht was opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. Breeman, bijgestaan door griffier K. Verdult.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10678845 \ MB VERZ 23-435
CJIB-nummer : 3062 5422 4743 0570
uitspraakdatum : 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 9 februari 2022 op de A59 te Terheijden.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij de gedraging niet heeft verricht. De verbalisant heeft het niet goed kunnen zien vanwege ander verkeer. Betrokkene had een flesje ice tea. Mogelijk heeft de verbalisant het verward met het navigatiesysteem dat aan het raam hangt.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene verklaart inconsistent. De gedraging kan worden vastgesteld aan de hand van de verklaring van de verbalisant. Er is geen reden om aan de verklaring van de verbalisant te twijfelen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De verklaringen van betrokkene zijn inconsistent. Tegen de verbalisant heeft hij bij de staandehouding verteld dat hij nog iets moest regelen voor zijn examen, maar in beroep komt hij met een heel ander verhaal. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: