ECLI:NL:RBZWB:2023:9447

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10678904 \ MB VERZ 23-438
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete, gedraging staat vast, ongegrond

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen en had hiertegen beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Vervolgens heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 20 november 2023, waarbij de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.M. Oostdam. Betrokkene was niet aanwezig op de zitting.

De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het niet volgen van de voorsorteerstrook op een kruispunt op 4 november 2022. Betrokkene erkende de gedraging, maar voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die haar handelen rechtvaardigden. Ze verklaarde dat de auto voor haar stilstond voor een groen verkeerslicht en dat ze niet meer kon remmen, waardoor ze moest uitwijken en op de andere rijbaan terechtkwam.

De kantonrechter oordeelde dat uit het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en zag geen reden om deze te matigen, ondanks de verklaring van betrokkene. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de kantonrechter bevestigde de beslissing van de officier van justitie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10678904 \ MB VERZ 23-438
CJIB-nummer : 7062 5422 5370 2235
uitspraakdatum : 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M.Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft op 4 november 2022 op de Backer en Ruebweg kruising Westerpark in de richting van Hoge Vucht te Breda.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat zij de gedraging heeft verricht, maar dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die dit rechtvaardigen. De auto voor betrokkene stond stil voor het groene verkeerslicht. Betrokkene kon niet meer remmen, waardoor zij is uitgeweken en hierbij een stukje op de andere rijbaan terecht is gekomen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Uit de verklaring van betrokkene volgt dat zij te weinig afstand heeft gehouden op haar voorganger. Doordat betrokkene dit niet heeft gedaan, heeft zij de overtreding begaan.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De gedraging wordt door betrokkene feitelijk ook niet betwist. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. De kantonrechter gaat uit van de verklaring van betrokkene. Zij kon niet meer remmen en moest uitwijken om haar voorganger niet te raken. Uit deze verklaring volgt dat betrokkene te weinig afstand hield van haar voorganger.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: