Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 15 november 2022 op de A58 te Ulvenhout.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 15 november 2022 op de A58 te Ulvenhout. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep echter niet-ontvankelijk verklaarde omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 20 november 2023 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zes weken bedraagt. Deze termijn eindigde op 6 januari 2023, maar het beroepschrift was pas op 30 januari 2023 ontvangen, wat te laat was. Betrokkene heeft geen argumenten aangedragen die zouden kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hierdoor is het beroep tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. M. Breeman, bijgestaan door griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.