ECLI:NL:RBZWB:2023:9448

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10678821 \ MB VERZ 23-433
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verkeersboete wegens te late indiening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 15 november 2022 op de A58 te Ulvenhout. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep echter niet-ontvankelijk verklaarde omdat het te laat was ingediend. Betrokkene heeft vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 20 november 2023 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft overwogen dat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), zes weken bedraagt. Deze termijn eindigde op 6 januari 2023, maar het beroepschrift was pas op 30 januari 2023 ontvangen, wat te laat was. Betrokkene heeft geen argumenten aangedragen die zouden kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de officier van justitie het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Hierdoor is het beroep tegen deze beslissing ongegrond verklaard. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. M. Breeman, bijgestaan door griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10678821 \ MB VERZ 23-433
CJIB-nummer : 4062 5422 5387 5108
uitspraakdatum : 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 15 november 2022 op de A58 te Ulvenhout.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij niet verantwoordelijk is voor de gedraging, omdat het voertuig was verhuurd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, omdat het administratief beroep niet tijdig was ingediend en terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Er is niet gebleken van een verschoonbare termijnoverschrijding.

Overwegingen

De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat is ingesteld.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 6 januari 2023. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 30 januari 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. Betrokkene heeft hierover echter niets aangevoerd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat het beroep tegen die beslissing ongegrond is.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier
K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: