Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
5 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde komt (verkeersbord A1) op 21 augustus 2022 op de Crogtdijk kruising Terheijdenseweg te Breda.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden 5 kilometer per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom, op 21 augustus 2022, op de Crogtdijk kruising Terheijdenseweg te Breda. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 20 november 2023 was betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. C.M. Oostdam. Betrokkene voerde in zijn beroepschrift aan dat hij de gedraging niet had verricht, omdat het voertuig was verhuurd. De zittingsvertegenwoordiger stelde echter dat er geen beroep kon worden gedaan op artikel 8 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), omdat de huurperiode langer dan drie maanden was. De huurovereenkomst toonde aan dat het voertuig voor dertig maanden was verhuurd.
De kantonrechter overwoog dat op grond van artikel 5 Wahv, als niet kan worden vastgesteld wie de bestuurder is, de boete aan de kentekenhouder wordt opgelegd. Aangezien de huurovereenkomst niet voldeed aan de voorwaarden van artikel 8 Wahv, werd het beroep van betrokkene verworpen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht aan betrokkene was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en de uitspraak werd in het openbaar gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door griffier K. Verdult.