Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 3 november 2021 op de Baliëndijk te Breda.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 3 november 2021 op de Baliëndijk te Breda. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 20 november 2023 was de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, aanwezig, terwijl betrokkene niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak inhoudelijk beoordeeld en vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene voerde aan dat hij de gedraging niet had verricht, omdat hij zijn telefoon in een houder had en niet in zijn hand. De kantonrechter oordeelde echter dat er geen reden was om te twijfelen aan de waarneming van de verbalisant.
Wel constateerde de kantonrechter een overschrijding van de redelijke termijn van berechting, waardoor de boete met 25% werd gematigd. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond en wijzigde de beslissing van de officier van justitie, waardoor de boete werd vastgesteld op € 187,50, plus € 9,- administratiekosten. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door griffier K. Verdult.