ECLI:NL:RBZWB:2023:9456

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10670004 \ MB VERZ 23-426
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke matiging van de boete

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het stilstaan op het trottoir op 28 maart 2022 op de Havendijkstraat te Geertruidenberg. Betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde aangevoerd dat de gedraging niet op de juiste wijze was vastgelegd door de verbalisant. Hij stelde dat het voertuig niet op het trottoir van de Havendijkstraat stond, maar op de Vismarktstraat, en dat er sprake was van laden en lossen, niet van parkeren. De gemachtigde heeft betoogd dat er geen andere mogelijkheid was om de goederen te laden en lossen, aangezien de parkeerplaatsen bezet waren.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, stellende dat de gedraging vaststond en dat parkeren op het trottoir, ook tijdens laden en lossen, niet is toegestaan. De kantonrechter heeft de stukken in het dossier bekeken, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s, en vastgesteld dat de gedraging inderdaad had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de foutieve straatnaam geen invloed had op de boete, maar heeft wel aanleiding gezien om de boete te matigen tot € 30,00, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging plaatsvond.

De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, moet door de officier van justitie worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door kantonrechter M. Breeman, bijgestaan door griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 10670004 \ MB VERZ 23-426
CJIB-nummer: 0062 5422 4838 3338
uitspraakdatum: 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [postocde] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 november 2023 Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Namens betrokkene is de gemachtigde verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
stilstaan op het trottoir, (niet de rijbaan gebruiken) op 28 maart 2022 op de Havendijkstraat te Geertuidenberg.
De gemachtigde was ten tijde van de gedraging de bestuurder. De gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij de gedraging niet heeft verricht op de wijze zoals dat door de verbalisant is opgeschreven. Gemachtigde erkent te hebben geparkeerd op het trottoir. Echter, het voertuig stond niet stil op het trottoir van de Havendijkstraat, maar op de Vismarktstraat. De verbalisant heeft een foutieve locatie vermeld. Daarnaast stelt de gemachtigde dat er geen sprake was van parkeren, maar van laden en lossen. De verbalisant heeft een foto van het voertuig genomen vanuit haar eigen voertuig. Als de verbalisant was uitgestapt had zij de gemachtigde kunnen horen en had zij gezien dat het voertuig naast een geopende poort stond, waar twee mensen een vaatwasser aan het inladen waren. Het voertuig stond stil met de alarmlichten aan. Het was duidelijk dat er sprake was van laden en lossen. Het voertuig heeft hier slechts enkele minuten gestaan. Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat er geen andere mogelijkheid was. De parkeerplaatsen waren bezet en anders had hij het voertuig midden op de rijweg stil moeten laten staan, waardoor de gehele straat zou zijn geblokkeerd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging kan worden vastgesteld. Gemachtigde erkent dat hij stilstond op het trottoir van de Vismarktstraat. Het parkeren op het trottoir is ook niet toegestaan als er sprake is van het laden en lossen van goederen. De zittingsvertegenwoordiger ziet dan ook geen reden om de boete te matigen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant en de foto’s - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De gemachtigde erkent de gedraging ook te hebben verricht. Dat abusievelijk de verkeerde straatnaam vermeld staat is slordig, maar de kantonrechter is van oordeel dat dit geen consequentie hoeft te hebben voor de boete en dat met de enkele vaststelling kan worden volstaan. Het is immers geen onjuistheid die heeft geleid tot een misverstand bij betrokkene over de vraag op welke gedraging de boete betrekking heeft en waartegen hij zich moet verdedigen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat de gemachtigde heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat de gemachtigde aannemelijk heeft gemaakt dat er geen andere mogelijkheid was om goederen te laden en lossen in de nabijheid van zijn woning. Indien gemachtigde het voertuig met de alarmlichten aan op de rijweg had geplaatst, had hij het overige verkeer belemmerd. De boete zal worden gematigd tot € 30,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 30,00, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 70,00, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: