In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan [betrokkene] B.V. was opgelegd. De boete was opgelegd voor het laten staan van een voertuig op een manier die gevaar of hinder voor het verkeer veroorzaakte op 21 oktober 2021. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, aangevoerd dat de boete ten onrechte was opgelegd, omdat de gedraging was verricht door de laatste huurder van het voertuig en niet door betrokkene zelf. De gemachtigde heeft een beroep gedaan op artikel 8 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en verzocht om vernietiging van de boete.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de stukken in het dossier, waaronder verklaringen van de verbalisant en foto’s. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht aan betrokkene was opgelegd, omdat de huurovereenkomst niet op een duidelijke manier aantoonde wie de huurder ten tijde van de gedraging was. De kantonrechter verwierp het argument van de gemachtigde dat de huurovereenkomst doorliep tot het moment dat de huurder het voertuig correct parkeerde, en stelde vast dat de huurovereenkomst al was beëindigd voordat de gedraging was vastgesteld.
Daarnaast werd vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een matiging van de boete met 25%. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond, wijzigde de beslissing van de officier van justitie en droeg deze op om het teveel betaalde bedrag aan betrokkene terug te betalen. Tevens werd een proceskostenvergoeding toegewezen aan betrokkene, die werd berekend op basis van samenhangende zaken. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en griffier K. Verdult, en is openbaar uitgesproken op 20 november 2023.