Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 9 augustus 2022 op de Vijf Eikenweg verkeerslichten viaduct A27 te Breda.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 9 augustus 2022 op de Vijf Eikenweg verkeerslichten viaduct A27 te Breda. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zitting vond plaats op 30 oktober 2023, waar zowel betrokkene als de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, aanwezig waren. Betrokkene voerde aan dat zij de gedraging niet had verricht, omdat haar telefoon altijd via bluetooth met haar auto verbonden was, waardoor zij handsfree kon bellen. Daarnaast gaf betrokkene aan dat de verbalisant haar vroeg naar de kleur van haar telefoon, waarop zij per ongeluk zei dat deze zwart was, terwijl deze in werkelijkheid wit was. Betrokkene stelde dat zij haar telefoon niet in haar hand had, omdat zij beide handen nodig had om de auto te besturen.
De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. De verklaring van de verbalisant, die stelde dat betrokkene met de telefoon in haar hand had gereden, werd niet als voldoende betrouwbaar beschouwd. De kantonrechter concludeerde dat er redenen waren om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, en deze twijfel moest in het voordeel van betrokkene worden uitgelegd. Daarom werd de boete ten onrechte opgelegd, en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werden vernietigd, en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 359,00 aan betrokkene terug te betalen.