ECLI:NL:RBZWB:2023:9469

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10691251 \ MB VERZ 23-447
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 9 augustus 2022 op de Vijf Eikenweg verkeerslichten viaduct A27 te Breda. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 30 oktober 2023, waar zowel betrokkene als de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. C.M. Oostdam, aanwezig waren. Betrokkene voerde aan dat zij de gedraging niet had verricht, omdat haar telefoon altijd via bluetooth met haar auto verbonden was, waardoor zij handsfree kon bellen. Daarnaast gaf betrokkene aan dat de verbalisant haar vroeg naar de kleur van haar telefoon, waarop zij per ongeluk zei dat deze zwart was, terwijl deze in werkelijkheid wit was. Betrokkene stelde dat zij haar telefoon niet in haar hand had, omdat zij beide handen nodig had om de auto te besturen.

De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden. De verklaring van de verbalisant, die stelde dat betrokkene met de telefoon in haar hand had gereden, werd niet als voldoende betrouwbaar beschouwd. De kantonrechter concludeerde dat er redenen waren om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, en deze twijfel moest in het voordeel van betrokkene worden uitgelegd. Daarom werd de boete ten onrechte opgelegd, en verklaarde de kantonrechter het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, werden vernietigd, en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 359,00 aan betrokkene terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10691251 \ MB VERZ 23-447
CJIB-nummer : 2026 5422 5163 7983
uitspraakdatum : 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 oktober 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 9 augustus 2022 op de Vijf Eikenweg verkeerslichten viaduct A27 te Breda.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat zij de gedraging niet heeft verricht. De telefoon van betrokkene maakt namelijk altijd bluetooth verbinding met haar auto, waardoor zij handsfree kan bellen. Betrokkene geeft daarnaast aan dat de verbalisant haar vroeg welke kleur haar telefoon had, waarop zij zei dat de telefoon zwart was terwijl deze in werkelijkheid wit was. Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd zij door een bocht reed en haar beide handen nodig had om de auto te besturen. Het is onmogelijk dat zij haar telefoon in haar hand heeft gehad.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De gedraging staat vast. De verbalisant heeft betrokkene zien rijden met de telefoon in haar hand ter hoogte van haar gelaat. De verbalisant geeft een zeer gedetailleerde verklaring. Er is geen reden om te twijfelen aan de waarnemingen van de verbalisant. Dat verbalisant de verkeerde kleur van de telefoon heeft genoteerd doet hier niet aan af.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat de verbalisant heeft verklaard dat de telefoon zwart van kleur was, terwijl betrokkene aannemelijk heeft gemaakt dat haar telefoon wit was kleur is. Er zijn redenen om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en die twijfel moet worden uitgelegd in het voordeel van betrokkene. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 359,00 dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier
K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: