ECLI:NL:RBZWB:2023:9470

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10509141 \ MB VERZ 23-264
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete niet ontvankelijk verklaard wegens te late indiening

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op 2 december 2022 op de A16 te Prinsenbeek. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 20 november 2023, maar betrokkene en zijn gemachtigde, mr. R. de Nekker, waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken voor het indienen van beroep op 3 februari 2023 eindigde, terwijl het beroepschrift pas op 1 maart 2023 was ontvangen. De kantonrechter heeft betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend zonder geldige reden, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.

Aangezien betrokkene niet is verschenen en geen argumenten heeft aangevoerd over de te late indiening, heeft de kantonrechter geoordeeld dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vertraging niet aan hem kan worden toegerekend. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard en werd het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en griffier K. Verdult.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 10509141 \ MB VERZ 23-264
CJIB-nummer : 9062 5422 5425 7195
uitspraakdatum : 20 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. R. de Nekker (Zaakrecht)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 20 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.M. Oostdam (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven:
als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op 2 december 2022 op de A16 te Prinsenbeek.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren omdat het te laat is ingediend.
De gemachtigde heeft namens betrokkene niets aangevoerd over het al dan niet te laat indienen van het beroep. De gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene de gedraging niet heeft verricht. Op de foto is te zien dat betrokkene iets vastheeft, maar niet is vast te stellen dat dit een mobiel elektronisch apparaat betreft. Verzocht is om een proceskostenvergoeding.

Overwegingen

Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 3 februari 2023. Het beroepschrift is echter pas op 1 maart 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting en heeft in het beroepschrift hierover niets aangevoerd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter het beroep verder niet inhoudelijk kan beoordelen.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier K. Verdult, en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: