ECLI:NL:RBZWB:2023:9474

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10541685 \ MB VERZ 23-770
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete en proceskostenvergoeding in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 20 km per uur harder dan toegestaan op een weg buiten de bebouwde kom op de Burg Letschertweg te Tilburg op 7 juni 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete had vernietigd. De zaak werd behandeld door de kantonrechter, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. I.N.D.J. Rissema, niet aanwezig was. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.

Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de betrokkene zijn onvrede geuit over de door de officier van justitie vastgestelde proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger heeft echter betoogd dat de beslissing van de officier van justitie terecht was en dat er geen aanvullende gronden waren ingediend binnen de gestelde termijn. De kantonrechter heeft de argumenten van de gemachtigde niet overtuigend gevonden en heeft de beslissing van de officier van justitie bevestigd.

De kantonrechter heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, waarbij de proceskostenvergoeding als juist werd beoordeeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10541685 \ MB VERZ 23-770
CJIB-nummer : 1062 5422 5008 1579
uitspraakdatum : 21 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. I.N.D.J. Rissema (Bezwaartegenverkeersboetes.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep vernietigd. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 20 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de Burg Letschertweg te Tilburg op 7 juni 2022 om 15:14 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene aangevoerd dat betrokkene zich niet kan verenigen met de door de officier van justitie vastgestelde proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op 13 januari 2023 is er de gelegenheid geboden voor aanvullende gronden. Hiervoor gold een termijn van vier weken, waarbinnen geen gronden zijn ontvangen. De zittingsvertegenwoordiger stelt dat de officier van justitie een terechte beslissing heeft genomen en dat er terecht geen procespunt is toegekend.

Overwegingen

Gemachtigde heeft aangegeven het niet eens te zijn met de door de officier van justitie vastgestelde proceskostenvergoeding.
De officier van justitie heeft een proceskostenvergoeding toegekend, die als volgt is berekend:
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 298,50
De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger eens dat de officier van justitie een terechte beslissing heeft genomen en een juiste proceskostenvergoeding heeft toegekend. De kantonrechter ziet in wat gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding om een aangepaste proceskostenvergoeding toe te kennen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: