Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 20 km per uur harder dan toegestaan op een weg buiten de bebouwde kom op de Burg Letschertweg te Tilburg op 7 juni 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep tegen de boete had vernietigd. De zaak werd behandeld door de kantonrechter, waarbij de gemachtigde van de betrokkene, mr. I.N.D.J. Rissema, niet aanwezig was. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de betrokkene zijn onvrede geuit over de door de officier van justitie vastgestelde proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger heeft echter betoogd dat de beslissing van de officier van justitie terecht was en dat er geen aanvullende gronden waren ingediend binnen de gestelde termijn. De kantonrechter heeft de argumenten van de gemachtigde niet overtuigend gevonden en heeft de beslissing van de officier van justitie bevestigd.
De kantonrechter heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard, waarbij de proceskostenvergoeding als juist werd beoordeeld. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.