Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] N.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. De boete was opgelegd omdat betrokkene een voertuig had laten staan op een groenstrook in Waalwijk op 24 maart 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld bij de kantonrechter, nadat de officier het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 21 november 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat de voertuigen tijdelijk waren geparkeerd in verband met werkzaamheden aan de woning. Betrokkene stelde dat de verbalisant geen toenadering had gezocht en dat het niet reëel was om twee voertuigen die bij hetzelfde adres hoorden te bekeuren. De gemachtigde verwees naar de APV van de gemeente Waalwijk en naar eerdere uitspraken van de rechtbank.
De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie betoogde echter dat betrokkene op een door de gemeente onderhouden groenstrook stond, wat voldoende duidelijk was gezien de staat van het gras en de beplanting. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging en dat er geen reden was om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen of een proceskostenvergoeding toe te kennen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.