Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, die een administratieve sanctie had ontvangen, heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. De zaak werd behandeld op de zitting van 21 november 2023, waar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, aanwezig was, evenals de gemachtigde van de betrokkene, Appjection B.V.
De betrokkene werd beschuldigd van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Noorder Allee te Waalwijk op 14 december 2021. De betrokkene ontkende de gedraging en voerde aan dat zij een agenda vasthield en dat haar telefoon in de tas zat. De betrokkene stelde dat er onjuistheden waren in het proces-verbaal, zoals het verkeerde kenteken en het type auto. De gemachtigde voegde hieraan toe dat niet voldaan werd aan de bestanddelen van artikel 61a RVV 1990 en vroeg om een proceskostenvergoeding.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter vond de verklaring van de betrokkene te summier om te twijfelen aan de waarneming van de verbalisant. De boete werd als terecht opgelegd beschouwd en het beroep werd ongegrond verklaard. Ook werd het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.