Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan een B.V. De boete was opgelegd voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek, specifiek op de Zwartvenseweg te Tilburg, op 6 mei 2022. De betrokkene voerde aan dat er een evenement plaatsvond bij Tilburg Hockey, waardoor het reguliere parkeerterrein vol was en hij door verkeersregelaars naar de plek was verwezen. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat het vertrouwensbeginsel was geschonden en dat er een motiveringsgebrek was, omdat de betrokkene een ambtelijk bevel had opgevolgd.
Tijdens de zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging en heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.
De uitspraak is openbaar gedaan door kantonrechter mr. G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.