ECLI:NL:RBZWB:2023:9477

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10417390 \ MB VERZ 23-430
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren in verboden zone tijdens evenement

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan een B.V. De boete was opgelegd voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek, specifiek op de Zwartvenseweg te Tilburg, op 6 mei 2022. De betrokkene voerde aan dat er een evenement plaatsvond bij Tilburg Hockey, waardoor het reguliere parkeerterrein vol was en hij door verkeersregelaars naar de plek was verwezen. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat het vertrouwensbeginsel was geschonden en dat er een motiveringsgebrek was, omdat de betrokkene een ambtelijk bevel had opgevolgd.

Tijdens de zitting heeft de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter heeft de verklaring van de verbalisant als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging en heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen.

De uitspraak is openbaar gedaan door kantonrechter mr. G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10417390 \ MB VERZ 23-430
CJIB-nummer : 5062 5422 4964 8468
uitspraakdatum : 21 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] ( [b.v.] )

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbodszone) op de Zwartvenseweg (keerlus bussen) te Tilburg op 6 mei 2022 om 14:53 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Er was een evenement aan de gang bij Tilburg Hockey en er waren twee verkeersregelaars aanwezig. Zij hebben mij gewezen op deze plaats, aangezien het gewone parkeerterrein van Tilburg Hockey volledig vol zat. Hierdoor moest er worden uitgeweken naar andere oplossingen en vandaar dat men ook verkeersregelaars heeft aangesteld. Betrokkene kan hier niets aan doen, omdat hij geen bord heeft gezien en simpelweg is gaan parkeren op de aangewezen plek. Gemachtigde stelt aanvullend dat het vertrouwensbeginsel is geschonden en dat er sprake is van een motiveringsgebrek. Betrokkene heeft namelijk een bevoegd gegeven ambtelijk bevel in de zin van artikel 41 Wetboek van Strafrecht opgevolgd. Betrokkene geeft aanvullend aan dat hij niet weet welke verkeersregelaar de verbalisant heeft gesproken, aangezien het er dus twee waren en het mogelijk kan zijn dat de ene het bevel gaf en de ander dit niet wist en daardoor de verbalisant heeft gesproken. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde de beroepsgronden samengevat aangevoerd.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant geeft in het aanvullend proces-verbaal dat op ambtseed is afgelegd aan dat hij navraag heeft gedaan bij de verkeersregelaars. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen aanleiding om hieraan te twijfelen. Wellicht heeft betrokkene de instructie verkeerd begrepen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Uit het aanvullend proces-verbaal blijkt voldoende dat de gedraging is verricht.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet daarop ziet de kantonrechter geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: