Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een 16-jarige middelbare scholier, had een boete ontvangen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Huijsmansstraat te Tilburg op 20 april 2022. De betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde van de Rechtswinkel Tilburg had het beroep ingediend.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De betrokkene voerde aan dat het boetebedrag te hoog was gezien zijn financiële situatie, maar de kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en dat het juiste sanctiebedrag was toegepast. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, bijgestaan door griffier E. Alekperov. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzending van de beslissing hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.