Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 418,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan betrokkene, een B.V. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op het Raadhuisplein te Waalwijk op 21 januari 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 21 november 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden, omdat betrokkene op de genoemde datum en tijd niet op de betreffende locatie aanwezig was met het voertuig. De gemachtigde stelde dat er geen fotografische opname was gemaakt door de verbalisant en dat betrokkene niet staande is gehouden, wat in strijd zou zijn met artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gemachtigde verzocht om een proceskostenvergoeding.
De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De omstandigheden die door de gemachtigde zijn aangevoerd, zijn van belang in deze beoordeling. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.284,75 toegekend aan betrokkene.