ECLI:NL:RBZWB:2023:9484

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
10389488 \ MB VERZ 23-346
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.J.L. Schakenraad
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan betrokkene, een B.V. De boete was opgelegd wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op het Raadhuisplein te Waalwijk op 21 januari 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 21 november 2023 heeft de gemachtigde van betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden, omdat betrokkene op de genoemde datum en tijd niet op de betreffende locatie aanwezig was met het voertuig. De gemachtigde stelde dat er geen fotografische opname was gemaakt door de verbalisant en dat betrokkene niet staande is gehouden, wat in strijd zou zijn met artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gemachtigde verzocht om een proceskostenvergoeding.

De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De omstandigheden die door de gemachtigde zijn aangevoerd, zijn van belang in deze beoordeling. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beschikking waarbij de boete was opgelegd vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.284,75 toegekend aan betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 10389488 \ MB VERZ 23-346
CJIB-nummer : 8062 5422 4762 8424
uitspraakdatum : 21 november 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] ( [b.v.] )

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 november 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op de Raadhuisplein te Waalwijk op 21 januari 2022 om 16:11 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt niet op de genoemde datum en tijd niet op de betreffende locatie geweest te zijn met het voertuig. De verbalisant heeft ook geen fotografische opname gemaakt, waardoor betrokkene in dit geval niet veel meer kan dan bloot ontkennen, omdat hij in strijd met artikel 5 Wahv niet is staandegehouden. Gemachtigde stelt aanvullend dat er ten onrechte is afgezien van een staandehouding. Indien een reële mogelijkheid bestaat om betrokkene staande te houden, mag daarvan niet worden afgezien volgens artikel 5 Wahv. Gemachtigde stelt zich op het standpunt dat er een reële mogelijkheid tot staandehouding bestond, zodat ten onrechte is bekeurd op kenteken. Gemachtigde verwijst ter onderbouwing naar verschillende uitspraken van het Hof Arnhem-Leeuwarden. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat een staandehouding het had kunnen corrigeren. De verbalisant heeft nagelaten om aanvullende informatie te geven.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren, aangezien de zittingsvertegenwoordiger gelet op dat het te lang geleden is, niet om een aanvullend proces-verbaal heeft verzocht over de staandehouding.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij zijn de door gemachtigde aangevoerde omstandigheden van belang. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen. Daarbij wordt voor de telefonische hoorzitting bij de officier van justitie, met toepassing van artikel 2, lid 3, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, 0,5 punt toegekend (zie ECLI:NL:GHARL:2021:7004).
De proceskostenvergoeding is als volgt berekend:
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 298,50
telefonische hoorzitting: 0,5 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 149,25
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 837,- = € 418,50
zitting kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 837,- =
€ 418,50
totaal € 1.284,75

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 1.284,75.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.J.L. Schakenraad, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: