ECLI:NL:RBZWB:2023:9486

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 september 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
C/02/413814/ FA RK 23/4280
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging met betrekking tot communicatiemiddelen in het kader van verplichte zorg

Op 15 september 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1967. De officier van justitie had verzocht om de zorgmachtiging te wijzigen, zodat het gebruik van communicatiemiddelen beperkt kon worden. Dit verzoek volgde op eerdere zorgen over het gedrag van de betrokkene, die onder invloed van een psychische stoornis herhaaldelijk contact zocht met haar broer, wat leidde tot een aangifte van stalking. De rechtbank overwoog dat het beperken van communicatiemiddelen noodzakelijk was om de betrokkene te beschermen en om te voorkomen dat zij zichzelf of anderen schade toebrengt. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven waren en dat de voorgestelde wijziging van de zorgmachtiging voldeed aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de zorgmachtiging gewijzigd, zodat het gebruik van communicatiemiddelen beperkt kan worden, maar alleen tijdens een opname in een accommodatie. De machtiging geldt tot en met 27 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/413814 / FA RK 23/4280
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 15 september 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
wonende [woonadres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 september 2023, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 27 maart 2023 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de aanvraag van 11 september 2023;
- de beslissing van de zorgverantwoordelijke van 11 september 2023;
- het advies van de geneesheer-directeur van 12 september 2023;
- de medische verklaringen van 9 maart 2023 en 13 september 2023;
- het zorgplan van 6 maart 2023;
- een niet ingevulde zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 september 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. [naam 1] , arts;
- dhr. [naam 2] , arts.
1.4
De officier is, zoals hij al aangaf in zijn verzoek, niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt om de zorgmachtiging van 27 maart 2023 te wijzigen aldus dat de volgende vorm van verplichte zorg, te weten:
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
toegepast kan worden voor de verdere duur van die machtiging, dus tot en met uiterlijk
27 maart 2024.

3.De standpunten

3.1
Betrokkene is het er niet mee eens dat haar mobiele telefoon is ingenomen. Zij betwist dat zij haar broer meermaals heeft gebeld en dat zij berichten op Facebook heeft geplaatst. Verder geeft zij aan dat het familierecht niet op haar van toepassing is.
3.2
De arts heeft aangegeven dat betrokken een week geleden is opgenomen met een psychose. Hierdoor ziet betrokkene de verhouding met haar boer anders dan dat deze in werkelijkheid is. Betrokkene neemt veelvuldig telefonisch contact op met haar broer en spreekt zijn voicemail in. Haar broer is hier niet van gediend en heeft aangifte van stalking gedaan. Hij wil niet betrokken worden bij de behandeling van betrokkene. Tijdens de observatie periode heeft zij continue gebeld, op de afdeling heeft dit ook veelvuldig plaatsgevonden maar het is niet duidelijk hoe vaak precies. Dit is door de GGz zelf waargenomen. Daarnaast is bij GGz Breburg een anonieme melding gekomen over betrokkene. In de melding staat dat betrokkene zorgwekkende berichten over zich zelf zou plaatsen op facebook, als voorbeeld wordt gegeven dat zij haar verblijfplaats heeft gedeeld. Dit is echter niet te controleren. Naar aanleiding van deze feiten is besloten de mobiele telefoon van betrokkene in te nemen en haar social media gebruik op de algemene computer te beperken om haar zo te beschermen tegen zichzelf. De eerste dag was zij het hier mee eens, maar later wilde zij haar mobiele telefoon terug. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is alleen nodig tijdens de opname. Als betrokkene thuis is gaat het beter met haar en is het ook niet mogelijk om het gebruik van communicatiemiddelen te beperken. De laatste opname duurde ongeveer vier á vijf maanden, de verwachting is dat dit nu ook weer het geval zal zijn maar het is moeilijk in te schatten.
3.3
De advocaat van betrokkene heeft namens haar het volgende aangevoerd. Het verzoek dient te worden afgewezen. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen moet strikt noodzakelijk zijn en dat is niet het geval. Van de broer van betrokkene mag zelfredzaamheid worden verwacht. Hij kan allerlei maatregelen treffen om er voor te zorgen dat betrokkene hem niet meer kan bellen. Het gebruik van social media en de keuze om daar berichten op te plaatsen is aan betrokkene. Mocht de rechtbank niet mee gaan in afwijzing van het verzoek, dan dient het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen in duur te worden beperkt.

4.Beoordeling

4.1
Ten aanzien van betrokkene is op 27 maart 2023 een zorgmachtiging afgegeven, inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder in dit geval te verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven onderhouden met haar ambulant behandelteam (FACT). De frequentie van dat contact zal door het ambulant behandelteam op geleide van het toestandsbeeld van betrokkene worden bepaald.
Deze vormen van verplichte zorg zijn toegewezen voor de gehele duur van de machtiging.
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Deze vormen van verplichte zorg zijn toegewezen slechts indien en vanaf het moment dat betrokkene decompenseert of dreigt te decompenseren, dan wel haar medicatie niet adequaat inneemt en/of weigert in te nemen/staakt, dan wel ambulante behandeling niet langer voldoende is om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden, gedurende maximaal vier maanden en nooit langer dan tot en met de einddatum van de machtiging behandelingen kunnen/mogen worden toegepast.
De zorgmachtiging geldt tot en met 27 maart 2024.
4.2
De rechtbank heeft in de beschikking van 27 maart 2023 impliciet het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen uitgesloten door deze niet op te nemen onder de vorm van zorg ‘aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder in dit geval te verstaan dat betrokkene periodiek contact moet blijven onderhouden met haar ambulant behandelteam (FACT)’. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke en het advies van de geneesheer-directeur blijkt dat de in voornoemde zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet meer volstaan, waardoor er nu sprake is van een noodsituatie.
4.3
Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, op 11 september 2023 beslist dat ten aanzien van betrokkene voor de duur van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn:
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
4.3
De zorgverantwoordelijke heeft van zijn beslissing onverwijld mededeling gedaan aan de geneesheer-directeur, die op 12 september 2023 de gemotiveerde aanvraag van de zorgverantwoordelijke tot wijziging van de zorgmachtiging, vergezeld van zijn advies daarover, heeft ingediend bij de officier van justitie.
4.4
Betrokkene verzet zich tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg. Zij is het
er niet mee eens dat haar mobiele telefoon is ingenomen.
4.5
Gebleken is dat deze tijdelijk verplichte vorm van zorg ook na verloop van drie dagen moet worden voortgezet. Betrokkene belt haar broer onder invloed van haar stoornis continue op, waarvan haar broer aangifte heeft gedaan. Dit continue bellen en inspreken van de voicemail zijn door de GGz zelf waargenomen. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de gebeurtenissen zoals deze zijn geschetst door de arts. De omstandigheid dat de broer zelfredzaam is en betrokkene zou kunnen blokkeren, brengt niet mee dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van haar stoornis toelaatbaar is en niet tot ernstig nadeel leidt bij haar broer. Daarnaast kan niet kan worden voorkomen dat betrokkene dan op een andere manier met haar mobiele telefoon contact zou kunnen zoeken, waaronder via social media. Wat betreft het gebruik van social media op de algemene computer, daarbij overweegt de rechtbank dat onduidelijk is of en hoeveel berichten er zijn geplaatst en wat de inhoud van deze berichten is. Daar komt bij dat het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen wat betreft de algemene computer niet nodig lijkt te zijn. Betrokkene mag immers gebruik maken van deze computer en de GGz houdt daar al toezicht op met betrekking tot het gebruik van facebook. Echter, de rechtbank zal onder het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen verstaan, alle communicatiemiddelen. Het is aan de rechtbank om te bepalen welke vormen van verplichte zorg kunnen worden toegepast maar het is vervolgens aan de zorgverantwoordelijke om te bepalen welke van de in de zorgmachtiging opgenomen vormen van verplichte zorg concreet deze periode zullen worden toegepast en deze inhoudelijk vorm te geven. De rechtbank overweegt dat het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen enkel geldt tijdens opname en deze vorm van zorg niet langer dan noodzakelijk door GGz wordt toegepast. Op die manier kan betrokkene worden beschermd en kan worden voorkomen dat zij zichzelf of anderen (psychische) schade toebrengt.
4.6
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de overgelegde stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.7
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor
en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden
toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
waarbij het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen enkel tijdens een opname in een accommodatie mogelijk is;
voor de resterende duur van de initiële zorgmachtiging tot en met 27 maart 2024.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de zorgmachtiging van 27 maart 2023 verleend ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden
getroffen:
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten,
waaronder het gebruik van communicatiemiddelen,
waarbij het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen enkel tijdens een opname in een accommodatie mogelijk is;
bepaalt dat deze machtiging geldt voor de resterende duur van de initiële zorgmachtiging, te weten tot en met 27 maart 2024.
Deze beschikking is op 15 september 2023 mondeling gegeven door mr. Gremmen, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door Van Noort als griffier, en op 29 september 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.