ECLI:NL:RBZWB:2023:9487

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 oktober 2023
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
C/02/414062/ FA RK 23/4397
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Gremmen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 oktober 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank oordeelt dat de zorgverantwoordelijke onterecht de plaatsing van een dwangdepot onder de verplichte zorgvorm 'aanbrengen van beperkingen in de vrijheid' heeft geschaard. De rechtbank verduidelijkt dat deze zorgvorm betrekking heeft op het toedienen van medicatie, en dat dwangmedicatie of een korte opname ook onder deze zorgvorm valt. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1993, die momenteel verblijft in een accommodatie en lijdt aan een psychische stoornis, met ernstige gevolgen voor zijn welzijn.

De officier van justitie heeft verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 oktober 2023 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat. De betrokkene heeft aangegeven dat hij liever geen zorgmachtiging wil, maar heeft geen overwegende bezwaren tegen de verlening ervan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg beoordeeld en geconcludeerd dat deze noodzakelijk zijn om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en te herstellen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van maatregelen die de betrokkene verplichten tot het innemen van medicatie en het beperken van zijn vrijheid in bepaalde aspecten van zijn leven. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen en is op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/414062 / FA RK 23/4397
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 6 oktober 2023van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in de accommodatie RIBW, [adres] te [plaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.J.M. Veth te Rijen.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 september 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 15 september 2023;
- de medische verklaring van 13 september 2023;
- een zorgplan van 8 augustus 2023;
- een niet ingevulde zorgkaart;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 oktober 2023, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1], verpleegkundige ACT,
- [naam 2], stagiaire,
- [naam 3], herstelondersteuner.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene vindt het prima als opnieuw een zorgmachtiging wordt verleend. Wel duurt de verplichte zorg al erg lang. Betrokkene krijgt depot medicatie. Betrokkene kan niet zeggen of medicatie nodig is, want er is altijd verplichte medicatie geweest. Hij wil liever orale medicatie omdat het depot heel zwaar is. Ook krijgt betrokkene ondersteuning van ACT.
3.2
De verpleegkundige ACT vindt een zorgmachtiging noodzakelijk. Het is belangrijk dat betrokkene medicatie blijft innemen. Eerder heeft betrokkene medicatie geweigerd en op dit moment verzet betrokkene zich verbaal tegen de medicatie. Betrokkene accepteert over het algemeen de hulp van het ACT, maar niet op het moment dat betrokkene het depot krijgt. Als vormen van verplichte zorg zijn het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen nodig voor contact met de behandelaren. De anderen verzochte vormen van verplichte zorg zijn niet nodig.
3.3
De advocaat van betrokkene voert namens betrokkene het volgende aan. Betrokkene wil liever geen zorgmachtiging, maar heeft hier ook geen overwegende bezwaren tegen. Betrokkene heeft moeite met het depot omdat dit pijn veroorzaakt en zou graag willen kijken naar een alternatief voor het depot zoals bijvoorbeeld orale medicatie. De advocaat verzoekt primair om afwijzing van het verzoek omdat de zorg op basis van vrijwillig kan worden verleend. Gelet op hetgeen de behandelaar heeft verklaard en omdat betrokkene geen overwegende bezwaren heeft tegen een zorgmachtiging refereert de advocaat zich subsidiair aan de besproken vormen van zorg.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en overige DSM-5 stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Bij psychotische decompensatie is betrokkene suïcidaal, impulsief en agressief. Daarnaast is er dan sprake van zelfverwaarlozing en sociaal-maatschappelijke teloorgang omdat betrokkene zich in een dergelijke situatie niet meer begeleidbaar opstelt.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft eerder medicatie geweigerd en verzet zich verbaal tegen het depot omdat dit pijn veroorzaakt en wil om diezelfde reden overstappen naar orale medicatie. Over het algemeen is betrokken goed in de samenwerking met het ACT, echter dit is anders op het moment dat betrokkene het depot toegediend moet krijgen. Het is van belang om deze zorg te bestendigen, zeker als er gekeken gaat worden naar een mogelijk alternatief voor de depot medicatie. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De overige verzochte vormen van verplichte zorg zal de rechtbank afwijzen nu is gebleken dat deze vormen van zorg niet noodzakelijk zijn.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat uit het zorgplan blijkt dat de zorgverantwoordelijke onder de verplichte vorm van zorg ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ ook de plaatsing van een dwangdepot schaart. De rechtbank acht dit onjuist. Onder de vorm ‘aanbrengen beperkingen’ kan verstaan worden dat betrokkene onder toezicht van het ACT-team bepaalde medicatie moet nemen. Echter wanneer deze dat weigert kan tot dwangmedicatie of een korte opname worden overgegaan. Dit dient echter te worden geschaard onder de verplichte vorm van zorg ‘het toedienen van medicatie’. Dit is niet alleen zo als het medicatie/depot thuis onder dwang wordt toegediend, maar ook als betrokkene vanwege veiligheidsoverwegingen naar een accommodatie dient te worden vervoerd om het depot onder dwang toe te dienen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 oktober 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2023 in tegenwoordigheid van Van Noort als griffier, en op 13 oktober 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.