ECLI:NL:RBZWB:2023:9505

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
10660131 \ MB VERZ 23-971
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding in noodsituatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 10 km per uur te hard op de N65 buiten de bebouwde kom, terwijl zij op weg was naar een dierenarts met een gewonde kat. Betrokkene stelde dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat zij een kat had aangereden en deze met spoed naar de dierenarts moest brengen. Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat zij de alarmlichten had aangezet en de navigatie had aangesloten, maar dat zij door de stress de snelheid uit het oog was verloren.

De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, erkende dat er bijzondere omstandigheden waren, maar benadrukte dat te hard rijden nooit is toegestaan, zelfs niet voor dierenambulances. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was verricht en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, gezien de druk waaronder betrokkene verkeerde om de gewonde kat naar de dierenarts te brengen. De boete werd gematigd tot € 31,00, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag van € 40,00 terugbetaald.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om zich aan de verkeersregels te houden, maar erkent ook dat er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die tot een matiging van de sanctie kunnen leiden. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10660131 \ MB VERZ 23-971
CJIB-nummer: 5062 5422 5171 6044
uitspraakdatum: 4 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 10 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N65 Rijksweg (t.h.v. hectometerpaal 13.4 richting Tilburg) te Haaren op 15 augustus 2022 om 08:13 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat de voorganger een kat had aangereden en voor dood had achtergelaten. Er was op dat tijdstip nog geen dierenambulance beschikbaar. Betrokkene is met spoed met een zwaar gewonde kat richting een dierenarts gereden. Tijdens de rit verslechterde de situatie van de kat en is betrokkene door alle consternatie de snelheid uit het oog verloren. Zij is zich bewust van de snelheidsoverschrijding, maar hoopt op coulance vanwege de verschrikkelijke situatie en de impact die het op betrokkene heeft gehad. Daarnaast stelt betrokkene binnen 7 minuten nog een andere verkeersboete te hebben gereden op dezelfde weg. Zij stelt naar eer en geweten te hebben gehandeld in een noodsituatie waarin elke seconde telt.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat zij vaker dieren redt. Tijdens het rijden naar de dierenarts had betrokkene de alarmlichten van haar auto aangezet. Daarbij had zij de navigatie aangesloten en niet gedacht aan de flitsers die langs de weg zouden kunnen staan.
De zittingsvertegenwoordiger stelt dat de gedraging is verricht en voert aan dat te hard rijden nooit mag. Te hard rijden is alleen voorbehouden aan voorrangsvoertuigen, zelfs bestuurders van dierenambulances hebben geen ontheffing om harder te rijden dan is toegestaan. Echter stelt de zittingsvertegenwoordiger dat het aannemelijk is gemaakt dat er omstandigheden speelden waardoor het begrijpelijk is dat betrokkene druk voelde om zo snel mogelijk naar de dierenarts te rijden. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en de sanctie te matigen tot de helft.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent de gedraging ook niet. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. De kantonrechter is het eens met het standpunt van de zittingsvertegenwoordiger. Het is de eigen verantwoordelijkheid van betrokkene om zich aan de maximale snelheid te houden. Ook de dierenambulance heeft geen ontheffing om in eenzelfde situatie harder te rijden dan de maximale snelheid. Anderzijds begrijpt de kantonrechter dat betrokkene de druk voelde om zo snel mogelijk naar de dierenarts te rijden. De boete zal daarom worden gematigd tot € 31,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 31,00 plus € 9,00 administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 40,00 dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.
Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: