Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 10 km per uur te hard op de N65 buiten de bebouwde kom, terwijl zij op weg was naar een dierenarts met een gewonde kat. Betrokkene stelde dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden, waaronder het feit dat zij een kat had aangereden en deze met spoed naar de dierenarts moest brengen. Tijdens de zitting heeft betrokkene verklaard dat zij de alarmlichten had aangezet en de navigatie had aangesloten, maar dat zij door de stress de snelheid uit het oog was verloren.
De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, erkende dat er bijzondere omstandigheden waren, maar benadrukte dat te hard rijden nooit is toegestaan, zelfs niet voor dierenambulances. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was verricht en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, de kantonrechter vond aanleiding om de boete te matigen, gezien de druk waaronder betrokkene verkeerde om de gewonde kat naar de dierenarts te brengen. De boete werd gematigd tot € 31,00, en de beslissing van de officier van justitie werd gewijzigd. Betrokkene kreeg het teveel betaalde bedrag van € 40,00 terugbetaald.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van bestuurders om zich aan de verkeersregels te houden, maar erkent ook dat er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn die tot een matiging van de sanctie kunnen leiden. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.