ECLI:NL:RBZWB:2023:9506

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
10639839 \ MB VERZ 23-921
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 18 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Bosscheweg te Berkel-Enschot op 26 juli 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk was, omdat hij dacht dat hij de bebouwde kom had verlaten en er ter plaatse een bord stond dat de snelheidsbeperking beëindigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verbalisant en dat betrokkene dit niet betwistte. De kantonrechter heeft echter ook rekening gehouden met de veranderde verkeerssituatie en de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 126,00, plus € 9,00 aan administratiekosten. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. Betrokkene zal het bedrag dat hij te veel aan zekerheid heeft betaald, terugontvangen van de officier van justitie. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10639839 \ MB VERZ 23-921
CJIB-nummer: 9062 5422 5118 8550
uitspraakdatum: 4 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 18 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de Bosscheweg te Berkel-Enschot op 26 juli 2022 om 17:02 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt dat er ter plaatse vanwege beëindiging van wegwerkzaamheden een bord stond met einde snelheidsbeperking. Betrokkene dacht dat hij de bebouwde kom uitreed en heeft dit nog ter plaatse met de agent besproken. Betrokkene was zich volledig onbewust van de gedraging en hoopt op begrip van de kantonrechter.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij zijn snelheid ging vermeerderen, omdat hij in de veronderstelling was dat hij buiten de bebouwde kom op de Bosscheweg reed. Betrokkene stelt al een tijd niet meer op de Bosscheweg te hebben gereden en dat de verkeerssituatie in de tussentijd was veranderd. Voorheen was er volgens betrokkene een stuk weg van ongeveer twee kilometer tussen twee bebouwde kommen in, waar hij in zijn beleving altijd 70 kilometer per uur reed.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat de verbalisant heeft vastgesteld dat betrokkene te hard reed ten tijde van de gedraging. Daarbij ontkent betrokkene de gedraging ook niet. De zittingsvertegenwoordiger kan zich voorstellen dat sprake was van een verwarrende situatie, maar stelt dat overtredingen ook niet bewust hoeven te gebeuren. Zeker binnen de bebouwde kom is 18 kilometer per uur fors te hard, waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden om de sanctie te matigen. Betrokkene heeft een eigen verantwoordelijkheid om op zijn snelheid en de bebording te letten, vooral bij werkzaamheden.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft dit ook niet betwist. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat het de eigen verantwoordelijkheid van betrokkene is dat hij 68 kilometer per uur heeft gereden op een weg waar 50 kilometer per uur was toegestaan. Hij moet zelf goed opletten. Maar de kantonrechter weegt de veranderde verkeersituatie mee, waardoor de boete zal worden gematigd tot € 126,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 126,00, plus € 9,00 administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 50,00 dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: