ECLI:NL:RBZWB:2023:9507

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
10731640 \ MB VERZ 23-1051
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met matiging op basis van financiële omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het laten staan van een voertuig in een groenstrook op de Ringbaan-Zuid te Tilburg op 14 januari 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 december 2023 is betrokkene verschenen, maar zijn gemachtigde was niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien zijn financiële situatie en de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Hij stelde dat zijn auto kapot was en dat deze opgehaald zou worden door een autodemontagebedrijf. Betrokkene gaf aan dat hij foto’s van de kapotte auto had, maar deze niet kon downloaden om ze te overleggen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Echter, rekening houdend met de financiële situatie van betrokkene en de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. De kantonrechter heeft de zekerheidstelling van € 109,00 op nihil gesteld, omdat betrokkene deze niet kon betalen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 4 december 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer.: 10731640 \ MB VERZ 23-1051
CJIB-nummer: 2062 5422 4724 5864
uitspraakdatum: 4 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats 1]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. G.J.P.M. Mooren (Westpoint advocaten mediators)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is wel verschenen. Gemachtigde is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig laten staan in park, plantsoen, openbare beplantingen of groenstroken op de Ringbaan-Zuid te Tilburg op 14 januari 2022 om 16:40 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden en dat het boetebedrag te hoog is, gelet op de financiële situatie van betrokkene. Betrokkene stelt dat de automaatbak van de auto kapot was en dat de auto opgehaald zou worden door [autodemontagebedrijf] uit [plaats 2] . Betrokkene geeft aan foto’s te hebben van de kapotte auto, maar deze wil hij meenemen naar de zitting aangezien hij deze niet kan downloaden. Voorts stelt betrokkene niet te kunnen betalen.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij een Wajong-uitkering heeft en onder bewindvoering staat, waardoor hij leefgeld krijgt. Daarbij woont hij sinds twee weken op zichzelf in plaats van bij Traverse. Betrokkene stelt foto’s te hebben opgestuurd, maar daar geen respons op te hebben gekregen.
De zittingsvertegenwoordiger stelt dat het voertuig in de groenstrook stond. De boete is dus terecht opgelegd. Betrokkene heeft voldoende onderbouwd wat de reden was waarom de auto daar stond. De zittingsvertegenwoordiger voert aan dat het niet verantwoordelijk is om de auto daar weg te zetten, maar begrijpt dat er geen andere mogelijkheden waren en dat dit de uiteindelijke oplossing was. Ook al neemt dat niet weg dat betrokkene zich ervan diende te vergewissen dat op die plek stilstaan niet was toegestaan. Gelet op de kapotte auto en de financiële situatie van betrokkene verzoekt de zittingsvertegenwoordiger het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en de sanctie te matigen tot de helft.

Overwegingen

Op grond van artikel 11 Wahv moet de indiener van een beroepschrift eerst een bedrag aan zekerheidstelling betalen voordat het beroep in behandeling kan worden genomen. Betrokkene heeft deze zekerheidstelling van € 109,00 niet betaald.
Betrokkene heeft aangevoerd de zekerheid niet te kunnen betalen. De kantonrechter geeft betrokkene het voordeel van de twijfel. De te betalen zekerheid wordt daarom op nihil gesteld.
De kantonrechter zal het beroep tegen de boete vervolgens inhoudelijk beoordelen.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent de gedraging ook niet. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij houdt de kantonrechter rekening met de financiële situatie van betrokkene en de omstandigheden waaronder de gedraging plaats heeft gevonden. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2023.
Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: