Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het laten staan van een voertuig in een groenstrook op de Ringbaan-Zuid te Tilburg op 14 januari 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 4 december 2023 is betrokkene verschenen, maar zijn gemachtigde was niet aanwezig. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien zijn financiële situatie en de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Hij stelde dat zijn auto kapot was en dat deze opgehaald zou worden door een autodemontagebedrijf. Betrokkene gaf aan dat hij foto’s van de kapotte auto had, maar deze niet kon downloaden om ze te overleggen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden. Echter, rekening houdend met de financiële situatie van betrokkene en de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. De kantonrechter heeft de zekerheidstelling van € 109,00 op nihil gesteld, omdat betrokkene deze niet kon betalen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 4 december 2023.