ECLI:NL:RBZWB:2023:951

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
10221371_E04012023
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • P. Ponds
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale consumentenkoop met betrekking tot een vordering uit hoofde van een gesloten overeenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 januari 2023 uitspraak gedaan in een bodemprocedure tussen de vennootschap Alektum Capital AG, gevestigd in Zwitserland, en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 82,82, vermeerderd met wettelijke rente over een deel van dit bedrag, en veroordeling van de gedaagde in de proceskosten. De gedaagde was niet verschenen op de zitting en had ook geen schriftelijk verweer ingediend, waardoor verstek werd verleend.

De rechtbank heeft eerst de bevoegdheid van de Nederlandse rechter beoordeeld, gezien het internationale karakter van de zaak. Aangezien de gedaagde in Nederland woont en zowel Nederland als Zwitserland partij zijn bij het EVEX II Verdrag, was de Nederlandse rechter bevoegd om van de vordering kennis te nemen. Vervolgens is het toepasselijke recht op de overeenkomst vastgesteld. De eiseres stelde dat zij de vordering had verkregen via cessie van een consumentenovereenkomst tussen de gedaagde en Zalando SE. De rechtbank concludeerde dat op basis van de relevante Europese regelgeving, het Nederlands recht van toepassing was.

De rechtbank oordeelde dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente, en in de proceskosten, die op € 272,22 zijn begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is openbaar uitgesproken door de kantonrechter mr. P. Ponds.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 10221371 CV EXPL 22-3454
vonnis d.d. 4 januari 2023
inzake
de vennootschap naar buitenlands recht
Alektum Capital AG,
gevestigd en kantoorhoudende te Zug, Zwitserland,
eiseres,
gemachtigde: Van Lith B.V. te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres],
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

De procesgang blijkt uit de dagvaarding van 4 november 2022 met producties.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
Eiseres heeft op de bij dagvaarding omschreven gronden, welke hier als herhaald en ingelast gelden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 82,82 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 41,95 vanaf 4 november 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
2.2
Gedaagde is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen en heeft ook niet tijdig een schriftelijk antwoord ingediend of om uitstel verzocht, zodat tegen deze verstek is verleend.
2.3
Nu eiseres gevestigd is te Zwitserland, draagt onderhavige procedure een internationaal karakter. Allereerst dient daarom de vraag te worden beantwoord of de Nederlandse rechter bevoegd is van onderhavige vordering kennis te nemen. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het EVEX II Verdrag inzake. Nu gedaagde woonachtig is in Nederland, is op grond van artikel 15 van het EVEX II Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd.
2.4
Voorts is van belang welk recht op de overeenkomst van toepassing is. Hierover wordt het volgende overwogen. Eiseres heeft gesteld dat zij middels cessie heeft overgedragen gekregen de openstaande vordering uit hoofde van een tussen Zalando SE (hierna: Zalando) en gedaagde gesloten consumentenovereenkomst. Ingevolge artikel 14 lid 2 van de in deze zaak toepasselijke Verordening Rome I wordt de betrekking tussen eiseres als cessionaris en gedaagde als schuldenaar beheerst door het recht dat op de gecedeerde vordering van toepassing is. Gelet op artikel 11 lid 1 van de algemene voorwaarden van Zalando in samenhang met artikel 6 lid 2 Verordening Rome I is dat in dit geval Nederlands recht.
2.5
Nu de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal deze worden toegewezen, behoudens het volgende.
2.6
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op:
- dagvaardingskosten € 107,22,
- griffierecht € 128,00,
- salaris gemachtigde
€ 37,00,
totaal € 272,22.

3.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van € 82,82 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 41,95 vanaf 4 november 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van dit geding, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 272,22;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ponds, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2023.