Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg A4 te Bergen op Zoom op 22 augustus 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd door de verbalisant duidelijk omschreven. Betrokkene ontkende de gedraging te hebben verricht, maar de kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de vaststelling van de gedraging.
De kantonrechter concludeerde dat de enkele ontkenning van betrokkene niet voldoende was om te twijfelen aan de waarneming van de verbalisant, die getraind is om dergelijke gedragingen te herkennen. De boete werd als terecht opgelegd beschouwd en er waren geen redenen om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov.