ECLI:NL:RBZWB:2023:9514

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10690679 \ MB VERZ 23-304
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren op ongeoorloofde plaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een parkeergelegenheid met een ander doel dan op het (onder)bord was aangegeven, op de Bachlaan te Roosendaal op 8 maart 2023 om 15:43 uur. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting was de gemachtigde van de betrokkene aanwezig, evenals de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze. De gemachtigde voerde aan dat de op de zaak betrekking hebbende stukken niet door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) waren verstrekt, wat volgens hem een schending van artikel 7:18 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betekende. De gemachtigde verzocht om vernietiging van de inleidende beschikking en om een proceskostenvergoeding.

De kantonrechter oordeelde echter dat uit de beschikbare stukken, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden. De kantonrechter zag geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en verklaarde het beroep ongegrond. Ook het verzoek om een proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10690679 \ MB VERZ 23-304
CJIB-nummer : 8062 5422 5683 1096
uitspraakdatum : 11 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] ( [b.v.] )

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op parkeergelegenheid met ander doel dan op (onder)bord is aangegeven op de Bachlaan te Roosendaal op 8 maart 2023 om 15:43 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij zich niet kan verenigen met de beslissing van de officier van justitie. Het was in deze zaak het voornemen om, naast het beroep op art. 8 Wahv, tevens de inhoudelijke gronden van het beroep nader aan te vullen, maar helaas is gebleken dat de op de zaak betrekking hebbende stukken, daaronder begrepen het zaakoverzicht en (indien aanwezig) de fotografische opnamen, niet door het CVOM zijn verstrekt. Betrokkene heeft hier zowel in het administratief beroep als per aangetekende brief van 22 februari 2023 om verzocht. Gelet hierop is er sprake van schending van artikel 7:18 lid 4 Awb en dient de inleidende beschikking vernietigd te worden, aangezien betrokkene in zijn verdedigingsbelangen ins geschaad. Gemachtigde verwijst naar een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat de op de zaak betrekking hebbende stukken alsnog zijn gevonden, maar dat er geen foto’s zijn van de gedraging. Na het inzien van het brondocument ter zitting heeft gemachtigde verder geen aanvulling.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren. Uit het brondocument blijkt voldoende dat de gedraging is verricht.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant en de foto’s van de gedraging - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop ziet de kantonrechter geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: