Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A17 te Roosendaal op 19 maart 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd door de verbalisant bevestigd. Betrokkene voerde aan dat hij niet de gedraging had verricht, en dat zijn zoontje met zijn moeder aan het bellen was, terwijl hij een blikje frisdrank vasthield. Betrokkene verzocht om bewijs van de waarneming van de verbalisant.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter vond de ontkenning van betrokkene te summier en achtte de beroepsgronden onaannemelijk. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov.