ECLI:NL:RBZWB:2023:9516

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10567288 \ MB VERZ 23-214
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A17 te Roosendaal op 19 maart 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, terwijl betrokkene zelf niet verscheen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd door de verbalisant bevestigd. Betrokkene voerde aan dat hij niet de gedraging had verricht, en dat zijn zoontje met zijn moeder aan het bellen was, terwijl hij een blikje frisdrank vasthield. Betrokkene verzocht om bewijs van de waarneming van de verbalisant.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter vond de ontkenning van betrokkene te summier en achtte de beroepsgronden onaannemelijk. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10567288 \ MB VERZ 23-214
CJIB-nummer : 8062 5422 4823 0952
uitspraakdatum : 11 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de A17 te Roosendaal op 19 maart 2022 om 14:51 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene heeft een Renault Traffic enkele cabine met drie zitplaatsen voorin. Betrokkene’s zoontje van bijna 4 jaar oud zat in het kinderzitje naast betrokkene met zijn linkerhand met zijn moeder te bellen. Betrokkene had op dat moment een blikje frisdrank in zijn rechterhand en kan zich goed voorstellen dat als de politie in een lage auto voorbijrijdt en omhoog in een bus moet kijken dat het beeld mogelijk anders lijkt. De verbalisant heeft het dus verkeerd opgemerkt. Betrokkene’s zoontje zit op dezelfde hoogte als betrokkene en het beeld is volledig vertekend. Ook wil betrokkene graag bewijs van de waarneming van de desbetreffende verbalisant.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De door betrokkene aangevoerde beroepsgronden komen niet overeen met de waarneming van de verbalisant. De verbalisanten zagen dat betrokkene het mobiel elektronisch apparaat in zijn linkerhand ter hoogte van zijn gezicht vasthield. Als het zijn zoon was, dan was het mobiel elektronisch apparaat op een andere locatie. Ook tijdens de staandehouding heeft betrokkene geen verklaring gegeven waaruit dit blijkt.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De door betrokkene aangevoerde ontkenning is te summier om te twijfelen aan de waarneming van de verbalisant die getraind is om een dergelijke gedraging te herkennen. Bovendien acht de kantonrechter de door betrokkene aangevoerde beroepsgronden onaannemelijk, aangezien de verbalisant heeft waargenomen dat betrokkene het mobiel elektronisch apparaat met zijn linkerhand vasthield. Het verweer dat het betrokkene zijn zoon was die de telefoon vast hield of dat het een blik drinken was, wordt daarom ook verworpen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: