ECLI:NL:RBZWB:2023:9517

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10668979 \ MB VERZ 23-283
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Burg. Freijterslaan in Roosendaal op 15 oktober 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door een gemachtigde van Verbo Juridisch Advies. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De gemachtigde voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het verkeerde kenteken zou zijn uitgelezen en de betrokkene niet voorbij de verkeersinstallatie was gereden. De zittingsvertegenwoordiger betwistte deze stelling en stelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, onderbouwd met foto’s en de verklaring van de verbalisant.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet voor de stopstreep was gestopt en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier E. Alekperov.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10668979 \ MB VERZ 23-283
CJIB-nummer : 4062 5422 5318 5684
uitspraakdatum : 11 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] (Verbo Juridisch Advies)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de Burg. Freijterslaan (kruising Jan Vermeerlaan richting centrum) te Roosendaal op 15 oktober 2022 om 18:20 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Het verkeerde kenteken blijkt te zijn uitgelezen, nu onderaan de foto staat “afgaand”, terwijl betrokkene rechtdoor rijdt. Daarnaast is betrokkene niet voorbij de verkeersinstallatie zelf gereden dus in zoverre heeft zij geen rood licht gepasseerd en is zij enkel niet tot stilstand gekomen voor de stopstreep. Betrokkene’s voertuig was ook al voorbij de stopstreep op het moment van flitsen. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Afslaand verkeer is anders dan afgaand verkeer. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden tot twijfel dat de gedraging is verricht. Op beide foto’s is zichtbaar dat betrokkene zowel het stoplicht als het verkeerslicht is gepasseerd.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant en de foto’s uit het dossier - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Dat betrokkene heeft nagelaten om voor de stopstreep te stoppen dient voor eigen rekening en risico te komen. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet daarop ziet de kantonrechter geen aanleiding om een proceskostenvergoeding toe te kennen.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: