Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Burg. Freijterslaan in Roosendaal op 15 oktober 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door een gemachtigde van Verbo Juridisch Advies. De officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze. De gemachtigde voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het verkeerde kenteken zou zijn uitgelezen en de betrokkene niet voorbij de verkeersinstallatie was gereden. De zittingsvertegenwoordiger betwistte deze stelling en stelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, onderbouwd met foto’s en de verklaring van de verbalisant.
De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet voor de stopstreep was gestopt en dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier E. Alekperov.