Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg A17 te Oud Gastel op 3 april 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene het beroep opnieuw ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 december 2023 heeft de kantonrechter de zaak behandeld. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij de gedraging niet heeft verricht en dat zijn vriendin op dat moment foto’s op haar telefoon liet zien. De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, heeft de verklaring van de verbalisanten benadrukt, die hebben aangegeven de gedraging te hebben waargenomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verklaring van de verbalisanten voldoende grondslag biedt voor de vaststelling van de gedraging, en dat er geen specifieke feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing van de kantonrechter is daarmee definitief, tenzij er binnen de gestelde termijn hoger beroep wordt ingesteld.