Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 21 km per uur boven de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom op de Calfven te Ossendrecht op 1 februari 2022. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk is, gezien de omstandigheden van de weg en de inrichting ervan. Betrokkene stelde dat de weg niet volgens de richtlijnen is ingericht en dat de huidige situatie gevaarlijk is voor zowel fietsers als automobilisten. Betrokkene vroeg om een onafhankelijke deskundige om de weg te beoordelen. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de boete terecht is opgelegd, omdat betrokkene op de hoogte was van de maximumsnelheid en de weg opnieuw was ingericht om overtredingen te voorkomen.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, voldoende is aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring en heeft geoordeeld dat de boete terecht is opgelegd. Het beroep van betrokkene is ongegrond verklaard, en de kantonrechter heeft de beslissing om de boete niet te matigen bevestigd. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.