ECLI:NL:RBZWB:2023:9525

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10325910 \ MB VERZ 23-35
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A58 in Etten-Leur op 30 maart 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zaak is eerder behandeld op 6 april 2023, waarbij de kantonrechter de behandeling aanhield om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een aanvullend proces-verbaal in te dienen. Tijdens de zitting op 11 december 2023 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, Verbo Juridisch Advies, had namens hem verweer gevoerd. De gemachtigde stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden en dat de betrokkene nooit de verklaring had gegeven die in het dossier was opgenomen. Tevens werd aangevoerd dat de betrokkene een afstandsbediening vasthield en niet een mobiele telefoon.

De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter verwierp het verweer van de gemachtigde en concludeerde dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer : 10325910 \ MB VERZ 23-35
CJIB-nummer : 8062 5422 4857 7796
uitspraakdatum : 11 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde] (Verbo Juridisch Advies)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is eerder behandeld op de zitting van 6 april 2023. De kantonrechter heeft de behandeling van de zaak toen aangehouden om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een aanvullend proces-verbaal in te dienen, waarin de verbalisant een toelichting geeft op de waarneming van de gedraging en daarbij bovendien ingaat op het verweer van betrokkene. De zaak is vervolgens behandeld op de zitting van 11 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden in Etten-Leur West 19 (A58), op 30 maart 2022 om 11:43 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat hij nooit de verklaring heeft gegeven die in het zaakoverzicht is opgenomen, aangezien betrokkene had verklaard bezwaar te maken. Ook zou betrokkene niet met een mobiele telefoon in zijn hand hebben gereden. De verbalisant heeft ook verklaard dat het om een onbekend object zou gaan en niet over een mobiele telefoon die is gezien tijdens het rijden. Betrokkene had een afstandsbediening vast, wat niet verboden is volgens gemachtigde. De afstandsbediening is ook getoond door betrokkene tijdens de staandehouding. Gemachtigde stelt dat het motiveringsbeginsel is geschonden door de officier van justitie. Tot slot verzoekt gemachtigde om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft, gelet op het aanvullend proces-verbaal, verzocht het beroep ongegrond te verklaren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Uit het aanvullend proces-verbaal blijkt voldoende op welke wijze de constatering heeft plaatsgevonden. De kantonrechter acht het verweer dat het om een afstandsbediening zou gaan onaannemelijk. Bovendien bevat een afstandsbediening geen scherm. Dit verweer wordt daarom verworpen.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet daarop ziet de kantonrechter geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: