Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 209,25
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren van een voertuig voor een inrit of uitrit op de Pastoor Jutenlaan in Bergen op Zoom op 17 juli 2021. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn standpunten toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de gedraging niet had plaatsgevonden en dat de officier van justitie de sanctiebeschikking had moeten intrekken. Betrokkene heeft ook zijn zorgen geuit over de werkwijze van de verbalisanten en heeft verzocht om hun ondervraging. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren, met een pleidooi voor matiging van de boete.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, inderdaad had plaatsgevonden, maar heeft ook rekening gehouden met de omstandigheden die door betrokkene zijn aangevoerd. De kantonrechter heeft besloten de boete te matigen tot nihil en heeft de beslissing van de officier van justitie gewijzigd. Tevens is er een proceskostenvergoeding toegekend aan betrokkene, omdat de situatie als uitzonderlijk werd beschouwd. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 717,-.