Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare gehandicaptenparkeerkaart. De gedraging vond plaats op 28 januari 2022 om 13:55 uur op de Van Swietenlaan te Bergen op Zoom. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die de beschikking ambtshalve heeft gewijzigd en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 december 2023 heeft de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat hij onderweg was naar het ziekenhuis voor een injectiespuit en dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging is verricht, maar heeft ook rekening gehouden met de verzachtende omstandigheden die ter zitting zijn aangevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen tot de helft, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden.
De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en de kantonrechter heeft bepaald dat het bedrag dat de betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter en de griffier, en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.