ECLI:NL:RBZWB:2023:9534

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10477766 \ MB VERZ 23-131
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met matiging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een duidelijk zichtbare gehandicaptenparkeerkaart. De gedraging vond plaats op 28 januari 2022 om 13:55 uur op de Van Swietenlaan te Bergen op Zoom. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die de beschikking ambtshalve heeft gewijzigd en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 december 2023 heeft de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat hij onderweg was naar het ziekenhuis voor een injectiespuit en dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging is verricht, maar heeft ook rekening gehouden met de verzachtende omstandigheden die ter zitting zijn aangevoerd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, maar dat er aanleiding was om de boete te matigen tot de helft, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden.

De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en de kantonrechter heeft bepaald dat het bedrag dat de betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter en de griffier, en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Bergen op Zoom
zaaknummer.: 10477766 \ MB VERZ 23-131
CJIB-nummer: 1062 5422 4803 6358
uitspraakdatum: 11 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de inleidende beschikking (ambtshalve) gewijzigd en het beroep voor het overige ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart op de Van Swietenlaan te Bergen op Zoom op 28 januari 2022 om 13:55 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat zij zich niet kan verenigen met de beslissing van de officier van justitie.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat gemachtigde voor een injectiespuit onderweg was naar het ziekenhuis. Betrokkene en gemachtigde stellen zich op het standpunt dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Ook is het sanctiebedrag te hoog. Gemachtigde kon nauwelijks lopen en was in de veronderstelling dat hij op een juiste plaats op het terrein van het ziekenhuis had geparkeerd. Gelet op de pijn in zijn been, vond gemachtigde het voor een afspraak van ongeveer tien minuten erg fijn om dicht bij de ingang te parkeren. Gemachtigde heeft na het voorval pas kennisgenomen van de aanwezigheid van de bebording.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De boete is terecht opgelegd, aangezien het vaststaat dat het voertuig geparkeerd stond zonder gehandicaptenparkeerkaart. Ook kon de verbalisant de omstandigheden niet weten. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden waarom betrokkene er mocht parkeren. Wel ziet de zittingsvertegenwoordiger, gelet op de omstandigheden die ter zitting zijn aangevoerd, aanleiding voor een matiging tot de helft. Daarbij is mede van belang dat de verbalisant in het zaakoverzicht niet heeft vermeld hoe lang hij aanwezig was. Als de verbalisant langer had gewacht, dan had betrokkene ter plekke een toelichting van de omstandigheden kunnen geven.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat gemachtigde en betrokkene hebben aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Een bestuurder van een voertuig dient zich ervan te vergewissen of parkeren op een bepaalde gelegenheid is toegestaan. Betrokkene heeft nagelaten om kennis te nemen van de bebording, terwijl deze uitdrukkelijk aanwezig was. Eveneens is de kantonrechter, gelet op de ernst van de gedraging, van oordeel dat het niet om een kleine fout gaat. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij zijn de duur van de gedraging en de andere ter zitting aangevoerde verzachtende omstandigheden van belang. De boete zal worden gematigd tot de helft.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 155,- plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 155,- dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2023.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 67, 4330 AB Middelburg Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: