Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen vanwege een overtreding van de lichtdoorlatendheid van de voorruit en voorste zijruiten van zijn voertuig. De gedraging vond plaats op 17 december 2022, waarbij de lichtdoorlatendheid minder dan 55% bleek te zijn. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep aangetekend, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard.
Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk was, gezien de omstandigheden waaronder de overtreding had plaatsgevonden. Hij had de auto geïmporteerd uit Sint-Maarten, die door de RDW was goedgekeurd, en had nooit eerder opmerkingen ontvangen over de aanpassing van de ramen. Betrokkene stelde dat hij niet op de hoogte was van de overtreding en vroeg om een waarschuwing in plaats van een boete. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft de kantonrechter verzocht het beroep ongegrond te verklaren, maar erkende dat de omstandigheden van betrokkene aanleiding gaven tot matiging van de boete.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende was aangetoond en dat de boete terecht was opgelegd. Echter, gezien de omstandigheden die betrokkene had aangevoerd, heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, waarbij het teveel betaalde bedrag aan zekerheid door de officier van justitie aan betrokkene moet worden terugbetaald.