ECLI:NL:RBZWB:2023:9552

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 december 2023
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10518416 \ MB VERZ 23-274
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met wijziging feitcode en matiging boete

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het afslaan zonder richting aan te geven op de Franklin Rooseveltlaan te Breda op 14 september 2021. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 5 december 2023 is de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig was. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en de feitcode te wijzigen van R346 naar R517, wat de kantonrechter heeft bevestigd. De kantonrechter oordeelde dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden, maar dat de feitcode onjuist was. De boete werd gematigd met 25% vanwege een overschrijding van de redelijke termijn van berechting, die meer dan twee jaar had geduurd. De kantonrechter heeft ook een proceskostenvergoeding toegewezen aan de betrokkene, die in totaal € 866,25 bedraagt. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en het bedrag dat de betrokkene te veel had betaald, moet worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer: 10518416 \ MB VERZ 23-274
CJIB-nummer: 1062 5422 4420 8406
uitspraakdatum: 5 december 2023
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [plaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. I.N.D.J. Rissema (Bezwaar tegen verkeersboetes.nl)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 5 december 2023. Namens de officier van justitie is verschenen mr. C.S. de Meer (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde of betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: afslaan zonder richting aan te geven (met de arm of richtingaanwijzer) op de Franklin Rooseveltlaan te Breda op
14 september 2021 om 09:57 uur (feitcode R346).
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift verzocht om een nadere termijn om (aanvullende) gronden in te dienen en proceskostenvergoeding toe te wijzen. Gemachtigde heeft als aanvullende grond aangevoerd dat de gedraging niet kan worden vastgesteld. Uit het zaakoverzicht en het aanvullend proces-verbaal blijkt dat betrokkene niet is afgeslagen, maar slechts heeft ingehaald zonder richting aan te geven. De opgelegde feitcode is onjuist en moet R517 zijn. Tevens is aangevoerd dat de redelijke termijn is overschreden nu de behandeling op de zitting van 5 december 2023 staat gepland.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De feitcode dient te worden gewijzigd in R517. Aan gemachtigde dient een proceskostenvergoeding te worden toegekend. Ook is er sprake van een overschrijding van de redelijke termijn waardoor de sanctie dient te worden gematigd met 25%.

Overwegingen

Inhoudelijke beoordeling
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht en het aanvullend proces-verbaal - voldoende blijkt dat een strafbare gedraging is verricht. Betrokkene is meerdere malen van rijstrook gewisseld zonder richting aan te geven. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
Wijziging feitcode
De zittingsvertegenwoordiger heeft voorgesteld het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren in die zin dat de feitcode moet worden gewijzigd in feitcode R517 met als omschrijving: “als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven”
Aan betrokkene is een boete opgelegd voor feitcode R346 met als omschrijving “afslaan zonder richting aan te geven (met de arm of richtingaanwijzer)”. Uit het dossier en de stellingen van betrokkene is gebleken dat deze feitcode niet juist is. De verbalisant had feitcode R517 moeten gebruiken. Bij die feitcode hoort hetzelfde boetebedrag.
Naar het oordeel van de kantonrechter wordt betrokkene door deze wijziging van de feitcode niet in zijn belangen geschaad. Voor betrokkene was voldoende duidelijk waar de boete betrekking op had. Aan de gewijzigde feitcode ligt geen ander feitencomplex ten grondslag. De feitcode zal daarom worden gewijzigd. Dit betekent dat het beroep deels gegrond is.
Overschrijding redelijke termijn
Een ieder heeft recht op behandeling van zijn rechtszaak binnen een redelijke termijn (artikel 6, lid 1 van het EVRM). Volgens vaste rechtspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:GHARL:2017:1777) is sprake van schending van die redelijke termijn van berechting wanneer de procedure bij de officier van justitie en de kantonrechter tezamen langer dan twee jaar heeft geduurd. Deze termijn vangt aan bij het opleggen van de boete.
In dit geval is de boete op 15 september 2021 opgelegd en is de redelijke termijn dus met ruim twee maanden overschreden.
Omdat sprake is van een overschrijding zal de kantonrechter de boete matigen met 25% (zie ECLI:NL:GHARL:2023:6369). Het beroep is ook op dit punt dus gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.
Toekenning proceskostenvergoeding
Ook zal de kantonrechter een proceskostenvergoeding toekennen. Daarbij wordt voor de telefonische hoorzitting 0,5 punt toegekend (zie ECLI:NL:GHARL:2021:7004).
administratief beroepschrift: 1 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 298,50
telefonische hoorzitting: 0,5 punt x gewicht 0,5 x € 597,- = € 149,25
beroepschrift kantonrechter: 1 punt x gewicht 0,5 x € 837,- =
€ 418,50
totaal € 866,25

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking in die zin dat de feitcode wordt gewijzigd in R517 met als omschrijving: “als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven”;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot € 75,-, plus € 9,- administratiekosten;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 25,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
‒ veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 866,25.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 5 december 2023.
De griffier is verhinderd om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: