In deze zaak heeft de vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. M.P.J. Brouwers, een kort geding aangespannen tegen de man, met als doel vervangende toestemming te verkrijgen voor een vakantie met de minderjarigen naar Polen. De vrouw heeft de minderjarigen, geboren in 2018 en 2019, en is gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. De man heeft zijn toestemming voor de reis niet verleend, ondanks herhaalde verzoeken van de vrouw en de betrokken jeugdbeschermer. De voorzieningenrechter heeft de vordering op 10 februari 2023 behandeld, waarbij de man niet is verschenen. De Raad voor de Kinderbescherming was aanwezig om advies te geven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vrouw een spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat een buitenlandse vakantie in het belang van de minderjarigen wordt geacht. Gezien het feit dat de man niet heeft gereageerd op de vordering, heeft de voorzieningenrechter besloten om de vrouw toestemming te verlenen om met de minderjarigen naar Polen te reizen van 17 tot en met 25 februari 2023. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vrouw direct met de minderjarigen kan vertrekken, ongeacht een eventueel verzet van de man.