Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
[naam] , voor de duur van negen maanden. Daarbij is verzocht de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De standpunten
24 januari 2024 een intakegesprek met Amarant gepland staat. Tijdens dit traject zullen de contactmomenten tussen de moeder en [minderjarige] bij de moeder thuis worden geobserveerd. Daarvoor is van belang dat de huidige contactmomenten tussen de moeder en [minderjarige] , die elkaar op dit moment een uur per week onder begeleiding zien, uitgebreid gaan worden en bij de moeder thuis gaan plaatsvinden. Hierover vindt vanmiddag overleg plaats met [pleegzorg] . Besproken zal worden hoe de uitbreiding van het contact tussen de moeder en [minderjarige] vorm zal worden gegeven en wat van de moeder wordt verlangd, ook wat betreft het nakomen van afspraken. De contactmomenten zullen worden geobserveerd op basis waarvan beoordeeld zal worden of het de moeder lukt om de verantwoording voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] op een veilige en stabiele manier te dragen, en of aldus tot een thuisplaatsing van [minderjarige] kan worden overgegaan. De GI deelt de zorgen van de Raad en kan het verzoek van de Raad aldus ondersteunen. Een terugplaatsing van [minderjarige] bij de moeder is op dit moment nog te vroeg. Wel kan de GI zich voorstellen dat bij een goed verloop van het observatietraject mogelijk eerder, dus reeds binnen een termijn van negen maanden, kan worden overgegaan tot een terugplaatsing van [minderjarige] bij de moeder met daarin een geleidelijke opbouw. Hulpverlening vanuit [kinderpsycholoog] voor [minderjarige] , voor het verwerken van zijn trauma’s, gaat begin januari 2024 starten.
5.De beoordeling
uiterlijk een week voor de pro forma datumschriftelijk verslag zal doen over het verloop van de maatregel van de machtiging tot uithuisplaatsing en de op dat moment bekende resultaten van de ingezette hulpverlening, met toezending van een afschrift van dat verslag aan de Raad en de (advocaat van de) moeder. De Raad wordt verzocht
uiterlijk op de pro forma datumaan te geven of het resterende verzoek wordt gehandhaafd en of een nadere mondelinge behandeling wenselijk is.
6.De beslissing
dinsdag 26 maart 2024 PRO FORMA, in afwachting van het schriftelijke verslag van de GI en het bericht van de Raad zoals weergegeven in de beoordeling;
's-Hertogenbosch