Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het (nadere) verloop van de procedure
13 september 2023;
9 oktober 2023 gelijktijdig mondeling behandeld met gesloten deuren. Daarbij waren aanwezig:
2.De feiten
(C/02/407492 /JE RK 23-467). De behandeling van het resterende deel van het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [minderjarige] is aangehouden tot 3 oktober 2023 pro forma. [minderjarige] woonde op dat moment bij de moeder.
(C/02/412606 / JE RK 23-1403).
(C/02/413922 / JE RK 23-1644).
3.De verzoeken
C/02/407492 /JE RK 23-467 (verlenging ondertoezichtstelling)
4.De standpunten
5.De beoordeling
Wettelijk kader
28 november 2023. Daarbij ziet de kinderrechter aanleiding om de zaak naar de meervoudige kamer te verwijzen. Dit gezien de complexiteit van de zaak en de grote zorgen die de kinderrechter zich maakt over [minderjarige] . Bij deze mondelinge behandeling zal de Raad (wederom) worden uitgenodigd om de rechtbank van advies te voorzien over wat nu op de lange termijn het meest in het belang van [minderjarige] is ten aanzien van haar woon- en opvoedsituatie. De kinderrechter verwacht van de GI dat zij uiterlijk een week vóór voornoemde zittingsdatum schriftelijk verslag uit brengt over het verloop van de maatregel van de uithuisplaatsing, de eventueel ingezette hulpverlening en de ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, onder gelijke toezending van een kopie hiervan aan de advocaten van de ouders en de Raad.
6.De beslissing
2 mei 2024;
28 november 2023 om 11.00 uur, welke mondelinge behandeling wordt gehouden in het gerechtsgebouw gevestigd te Breda, Stationslaan 10;
2 november 2023.