ECLI:NL:RBZWB:2023:9601
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Dijkman
- Rechtspraak.nl
Verlenging voorlopige voogdij na overlijden moeder met betrekking tot drie minderjarigen
Op 27 oktober 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige voogdij over drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. Deze zaak volgde op het overlijden van hun moeder op [datum 2] 2023. De kinderrechter heeft de voorlopige voogdij aan de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland toegewezen, na een eerdere spoedbeslissing op 19 oktober 2023. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de voorlopige voogdij, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden, en heeft de noodzaak van deze maatregel benadrukt in het belang van de kinderen.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn de minderjarigen en hun vader gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een ander oordeel dan de eerdere beslissing. De kinderrechter heeft de noodzaak van de voorlopige voogdij bevestigd, gezien de situatie van de kinderen en het gezagsvacuüm dat zou ontstaan zonder deze maatregel. De kinderrechter heeft de voorlopige voogdij voor [minderjarige 3] verlengd tot zijn meerderjarigheid, en voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] tot 19 januari 2024, met de mogelijkheid van verlenging indien er voor die datum een verzoek tot een voorziening in het gezag wordt ingediend.
De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de GI belangrijke beslissingen kan nemen in het belang van de kinderen zonder te hoeven wachten op een eventueel hoger beroep. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de griffier is verzocht om de beslissing in het centraal gezagsregister te aantekenen.