ECLI:NL:RBZWB:2023:9603

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 december 2023
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417281 / JE RK 23-2236
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een ongeboren kind in het kader van de jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 december 2023 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van een ongeboren kind. De Raad voor de Kinderbescherming Regio Zuidwest Nederland heeft verzocht om de voorlopige ondertoezichtstelling van het nog ongeboren kind voor de duur van drie maanden, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. De kinderrechter heeft de moeder en de vader als belanghebbenden aangemerkt, waarbij de vader het kind nog niet heeft erkend. De moeder is 31 weken zwanger en er zijn ernstige zorgen over de ontwikkeling van het ongeboren kind, vooral na een incident op 30 november 2023 waarbij Veilig Thuis voorwaarden heeft gesteld voor de veiligheid van het kind. De kinderrechter heeft op basis van artikel 1:2 BW het ongeboren kind als reeds geboren aangemerkt, omdat het belang van het kind dit vordert. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld, en dat een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om acute en ernstige bedreigingen voor het ongeboren kind weg te nemen. De kinderrechter heeft besloten het ongeboren kind voorlopig onder toezicht te stellen voor een termijn van twee weken, met een verdere behandeling van het verzoek op 28 december 2023. De beschikking is gegeven door mr. Dijkman, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. Van Ginneke als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/417281 / JE RK 23-2236
Datum uitspraak: 21 december 2023
Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling
in de zaak van
RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,
hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Middelburg,
over
[het nog ongeboren kind],
hierna te noemen het nog ongeboren kind.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] .
De kinderrechter merkt als informanten aan:
[de vader] ,
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] ,
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling (de GI),
gevestigd te Terneuzen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 19 december 2023;
- de brief van de Raad met bijlagen van 20 december 2023.

2.De feiten

2.1.
De moeder is zwanger van het thans nog ongeboren kind en is uitgerekend op [datum] 2024.
2.2.
De vader heeft het nog ongeboren kind (nog) niet erkend.
3.
Het verzoek
3.1.
De Raad verzoekt de voorlopige ondertoezichtstelling van het nog ongeboren kind voor de duur van drie maanden, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden. De Raad heeft de kinderrechter in dit verband verzocht om het nog ongeboren kind op grond van artikel 1:2 BW als reeds geboren aan te merken, omdat het belang van het kind dit vordert.

4.De beoordeling

4.1.
Nu het belang van het thans nog ongeboren kind zulks vordert, merkt de kinderrechter het op grond van artikel 1:2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) als reeds geboren aan.
4.2.
Uit het verzoek blijkt dat een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een ondertoezichtstelling is vervuld (artikel 1:255 (BW). Een voorlopige ondertoezichtstelling is noodzakelijk om een acute en ernstige bedreiging voor het thans nog ongeboren kind weg te nemen. De kinderrechter komt tot deze beslissing omdat de moeder inmiddels 31 weken zwanger is en er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van het nog ongeboren kind. Naar aanleiding van een incident op 30 november 2023 heeft Veilig Thuis bepaalde voorwaarden gesteld in het belang van de veiligheid van het nog ongeboren kind. De moeder mag niet fysiek samen zijn met de vader. Gebleken is dat zij zich niet aan deze voorwaarde heeft gehouden en dat zij enorm veel stress en onduidelijkheid ervaart door de huidige situatie. Dit heeft een negatieve invloed op de groei van het nog ongeboren kind, wat zorgt voor een acute en ernstige bedreiging voor het thans nog ongeboren kind.
4.3.
De kinderrechter vindt het van groot belang dat er zicht verkregen wordt op de situatie en de zwangerschap, dat er een veiligheidsplan wordt opgesteld en dat de naleving hiervan gemonitord wordt, alsook dat er hulpverlening wordt ingezet voor de ouders indien dit nodig wordt geacht. Er moeten voorwaarden gesteld worden op basis waarvan een gezonde opvoedsituatie gecreëerd kan worden voor het nog ongeboren kind. Een voorlopige ondertoezichtstelling maakt het mogelijk dat er direct een regievoerder betrokken zal raken die zicht kan krijgen op de situatie, die kan bepalen welke hulpverlening er nodig is om veiligheid van het thans nog ongeboren kind te waarborgen en die kan ingrijpen indien dat nodig is. De kinderrechter vertrouwt er op dat de ouders mee zullen werken zodat er zo snel mogelijk duidelijke afspraken gemaakt kunnen worden die eenieder de duidelijkheid zullen bieden waar behoefte aan is.
4.4.
Gelet op het voorgaande zal het nog ongeboren kind voorlopig onder toezicht worden gesteld voor een termijn van twee weken, onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek (artikel 1: 257 BW).
4.5.
Een verdere beslissing op het verzoek zal de kinderrechter pas nemen nadat de zaak mondeling is behandeld. Deze mondelinge behandeling zal plaatsvinden op
28 december 2023 te 11.00 uur.De kinderrechter vindt het belangrijk dat er op dat moment met beide ouders, de Raad en de GI gesproken zal worden.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
stelt [het nog ongeboren kind] voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zeeland met ingang van 21 december 2023 tot 4 januari 2024;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de Raad en de moeder op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in het gerechtsgebouw aan Kousteensedijk 2 te Middelburg, op
28 december 2023 te 11.00 uur, teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;
5.3.
bepaalt dat de GI en de vader per aparte brief zullen worden opgeroepen voor genoemde mondelinge behandeling;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Dijkman, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023, in aanwezigheid van mr. Van Ginneke als griffier.