In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de gesloten plaatsing van een minderjarige. De zaak betreft een verzoek van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Breda om een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige, geboren in 2006. De kinderrechter heeft eerder op 5 december 2023 een spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, die op 15 december 2023 werd behandeld in een mondelinge zitting met gesloten deuren. Tijdens deze zitting zijn de minderjarige, haar moeder en een vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig geweest.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er aanhoudende zorgen zijn over de minderjarige, die recentelijk in een onveilige situatie is aangetroffen. De minderjarige heeft problemen met middelengebruik en heeft zich onttrokken aan de zorg. De moeder steunt het verzoek voor een reguliere machtiging, omdat zij zich grote zorgen maakt over de situatie van haar dochter. De kinderrechter heeft de spoedmachtiging niet herroepen en heeft de reguliere machtiging voor gesloten jeugdhulp toegewezen voor de duur van drie maanden, tot 15 maart 2024. De kinderrechter heeft ook bepaald dat de gemeente een update moet geven over de situatie van de minderjarige voor de voortgezette mondelinge behandeling.