Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
JEUGDBESCHERMING BRABANT, gevestigd te Etten-Leur,
1.Het verloop van de procedure
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
uiterlijk op 14 mei 2024schriftelijkinformeert over de stand van zaken met betrekking tot en het verloop van de zorgregeling ten aanzien van beide kinderen. Daarna zal een nieuwe datum voor een mondeling behandeling worden bepaald.
6.De beslissing
voorlopigminimaal eens per zes weken een weekend bij de vader doorbrengt, waarbij de vader haar op vrijdagmiddag tussen 16.30 en 17.00 uur ophaalt bij de moeder thuis en op zondagavond tussen 19.00 en 19.30 uur weer thuis bij de moeder afzet, waarbij geldt dat deze regeling onder regie van de GI, zodra het mogelijk wordt geacht, uitgebreid kan worden naar een regeling waarbij [minderjarige 2] eens per twee weken een weekend bij de vader doorbrengt;
voorlopigeregeling wordt vastgesteld over wanneer hij bij welke ouder verblijft, waarbij wordt gekeken naar wat voor in zijn belang het maximaal haalbare is;
definitievezorgregeling aan tot
14 mei 2024 pro forma, met het verzoek aan de GI om de kinderrechter dan
schriftelijkte informeren over de stand van zaken met betrekking tot en het verloop van de zorgregeling ten aanzien van beide kinderen.