Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
- van de zijde van Laurentius, mevrouw [makelaar 1] en mevrouw [makelaar 2] , verhuurmakelaars, bijgestaan door mr. Remmelts,
- [gedaagde] in persoon, bijgestaan door mr. Kerkhof voornoemd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een mondelinge uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de Woningbouwvereniging Laurentius en een gedaagde. De zaak betreft de verkoop van een appartement door Laurentius aan de gedaagde, waarbij een zelfbewoningsplicht en een verbod op doorverkoop binnen een jaar waren opgenomen in de koopovereenkomst. Laurentius stelt dat de gedaagde zich niet aan deze verplichtingen heeft gehouden en vordert betaling van een contractuele boete van € 37.000 en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde betwist echter dat hij de woning niet zelf heeft bewoond.
Tijdens de zitting heeft de rechter vastgesteld dat Laurentius voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de woning niet zelf heeft bewoond, onder andere door een verklaring van een derde en gegevens van de woning op een verkoopwebsite. De gedaagde heeft geen overtuigend bewijs geleverd dat hij de woning wel zelf heeft bewoond. De rechtbank oordeelt dat Laurentius in beginsel recht heeft op de contractuele boete, maar matigt deze op basis van redelijkheid en billijkheid tot € 5.000, omdat Laurentius geen schade heeft geleden en het belang van de gedaagde relatief klein is. Daarnaast worden de buitengerechtelijke kosten vastgesteld op € 625.
De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de gedaagde is veroordeeld tot betaling van de boete en de buitengerechtelijke kosten binnen 14 dagen na de uitspraak.