Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [naam] .
2.De verdere beoordeling
€ 99,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter te Middelburg op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, [naam], heeft verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 29 oktober 2007, waarbij hij was veroordeeld tot betaling aan Intrum Nederland BV. De procedure begon met een tussenvonnis op 9 augustus 2023, waarin [naam] de gelegenheid kreeg om stukken over te leggen die de domiciliekeuze van Intrum bevestigden. Intrum had op 6 april 2023 beslag gelegd op de uitkering van [naam] en zich als rechtsopvolger van KPN B.V. gepresenteerd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Intrum inderdaad domicilie heeft gekozen aan het kantooradres van de gerechtsdeurwaarder, waardoor de verzetdagvaarding Intrum heeft bereikt. [naam] is ontvankelijk verklaard in het verzet, omdat hij tijdig heeft verzet aangetekend binnen de wettelijke termijn. Intrum heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de verzetdagvaarding, waardoor de kantonrechter de vordering van Intrum heeft afgewezen en het verstekvonnis heeft vernietigd.
In reconventie heeft de kantonrechter de vordering van [naam] toegewezen, omdat Intrum ook hier niet heeft gereageerd. De kantonrechter heeft Intrum veroordeeld tot het terugbetalen van hetgeen zij middels het derdenbeslag heeft geïncasseerd. De proceskosten zijn begroot op € 527,14, die Intrum binnen veertien dagen moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.