ECLI:NL:RBZWB:2023:988

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken

Middelburg

zaak/rolnr.: 10249114 VV 22-53

vonnis in kort geding d.d. 7 februari 2023

inzake

mr. [eiser] Q.Q. in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap ALUROL ZUIDWEST B.V.,

kantoorhoudende te Goes,
eisende partij,
hierna te noemen: de curator,
gemachtigde: mr. M. IJzelenberg,

tegen

de besloten vennootschap JOB COACH EUROPE INTERNATIONAL B.V.,
statutair gevestigd te ’s-Gravenhage en kantoorhoudende te Hoek,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Job Coach,
gemachtigde: mr. R.M.A. Lensen,

1.Het verloop van het geding

1.1

De procesgang blijkt uit de volgende stukken:

a. de dagvaarding van 27 december 2022 met producties;

b. de brief d.d. 23 januari 2023 met producties 1 t/m 3 van de zijde van Job Coach;

c. het e-mailbericht d.d. 23 januari 2023 met aanvullende productie van de zijde van Job Coach;

1.2

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 januari 2023. Ter zitting waren aanwezig de curator in persoon, bijgestaan door mr. M. IJzelenberg voornoemd en Job Coach, vertegenwoordigd door mr. R.M.A. Lensen voornoemd. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. Beide gemachtigden hebben ter gelegenheid van de zitting hun spreekaantekeningen overgelegd.

1.3

Na de mondelinge behandeling heeft de curator de van de rechter-commissaris verkregen machtiging tot het opstarten van onderhavige procedure overgelegd. Hij heeft deze ook naar mr. Lensen gezonden.

2.De feiten

2.1

Bij vonnis van deze rechtbank van 26 juli 2022 is Alurol Zuidwest B.V. (hierna Alurol) in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. H.H. de Kroon tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. [eiser] tot curator.

2.2

Op 13 september 2022 heeft de curator een brief ontvangen van de RDW, waaruit volgt dat Alurol een viertal voertuigen op naam heeft staan, waaronder een voertuig met [kenteken 1] (een Volkswagen Caddy) en een met [kenteken 2] (een Volkswagen T-Roc), hierna te noemen: de voertuigen.

2.3

Job Coach heeft de voertuigen onder zich.

2.4

Bij brief d.d. 16 november 2022 heeft de curator Job Coach gesommeerd de twee voertuigen alsmede alle bijbehorende zaken in te leveren. Job Coach heeft hieraan geen gehoor gegeven.

3.Het geschil

3.1

De curator vordert, bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, voor zover de wet toelaat uitvoerbaar bij voorraad:
i) Job Coach te veroordelen om uiterlijk binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis de voertuigen met kentekens [kenteken 1] en [kenteken 2] , alsmede de bijbehorende kentekenbewijzen, onderhoudsboekjes, reservesleutels en andere toebehoren volledig af te geven aan de curator, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per week of een gedeelte daarvan in geval Job Coach na betekening niet aan dit vonnis voldoet, tot een maximum van € 25.000,-;

ii) de curator te machtigen de voertuigen, alsmede de kentekenbewijzen, onderhoudsboekjes, reservesleutels en andere toebehoren, zelf te revindiceren indien Job Coach in gebreke blijft (volledig) aan onder i) genoemde veroordeling te voldoen, welke revindicatie bewerkstelligd dient te worden door een deurwaarder – zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie – en dat alles voor rekening en risico van Job Coach;
iii) Job Coach te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van het ten deze te wijzen vonnis tot aan die der algehele voldoening alsmede in de nakosten die worden begroot op € 131,- verhoogd met

€ 68,- aan betekeningskosten in het geval dat betekening van de executoriale titel plaatsvindt, vermeerderd met de wettelijke rente over de nakosten vanaf veertien dagen na aanzegging van de nakosten aan Job Coach tot aan de dag der voldoening.

3.2

De curator heeft, naast de vaststaande feiten, aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat Job Coach inbreuk maakt op het eigendomsrecht van Alurol door zonder toestemming de voertuigen te (blijven) gebruiken en deze niet af te geven. Hij vordert afgifte van de twee voertuigen op grond van artikel 5:2 BW.

3.3

Job Coach heeft verweer gevoerd dat hierna – voor zover van belang – aan de orde komt.

4.De beoordeling

4.1

In de eerste plaats is in geschil of de kantonrechter bevoegd is van onderhavig geschil kennis te nemen. In artikel 93 sub b Rv is bepaald dat zaken betreffende vorderingen van onbepaalde waarde behandeld en beslist worden door de kantonrechter, indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan

€ 25.000,-. Aldus dient beoordeeld te worden of dergelijke aanwijzingen bestaan. Hierbij hoeft niet te worden vastgesteld wat de waarde van de vordering is, maar dient te worden beoordeeld of de curator redelijkerwijs mocht aannemen dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,-.

4.2

Voor het bepalen van de omvang van de vordering dient te worden gekeken naar de waarde van beide voertuigen waarvan afgifte wordt gevorderd. De stelling van Job Coach is dat zij de voertuigen op respectievelijk 5 maart 2022 (de T-Roc) en 20 juni 2022 (de Caddy) van Alurol heeft gekocht voor een reële waarde van € 24.000,-. Het is een feit van algemene bekendheid dat een auto in beginsel niet in waarde vermeerdert maar juist in waarde afneemt naar mate deze ouder wordt en er meer mee wordt gereden. De kantonrechter volgt Job Coach niet in haar stelling dat de waarde van de auto’s zal zijn gestegen door de daaraan verrichte reparaties en daardoor boven de competentiegrens komt. Zonder nadere toelichting en onderbouwing valt niet in te zien dat de uitgevoerde reparaties hebben geleid tot een relevant hogere waarde van de auto’s, gegeven het tijdsverloop en het gebruik, die, zoals hiervoor is overwogen, in het algemeen leiden tot waardeverlies. De kantonrechter volgt de curator in zijn stelling dat de auto’s geen hogere waarde vertegenwoordigen dan € 25.000,- en oordeelt zich bevoegd van de vordering kennis te nemen.

4.3

In deze procedure dient (verder) te worden beoordeeld of de curator een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorziening en of aannemelijk is dat de vordering van de curator in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het – mede gelet op de belangen van partijen over en weer – gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd.

4.4

Het spoedeisend belang van de curator bij zijn vordering ten tijde van dagvaarden ligt in de aard van de vordering zoals deze is omschreven in de dagvaarding.

4.5

Aan de orde is dan of Job Coach gehouden kan worden tot afgifte van de betreffende voertuigen aan de curator. Niet in geschil is dat de voertuigen in eigendom hebben toebehoord aan Alurol. Het is aan Job Coach aannemelijk te maken dat de eigendom aan haar is overgedragen voor faillissement van Alurol. In dit geval geldt niet dat het feit dat de voertuigen zich onder Job Coach bevinden veronderstelt dat zij eigenaar is. Alurol en Job Coach waren tot aan het faillissement van Alurol nauw met elkaar verweven. Zij werden feitelijk beide bestuurd door [naam ] , wiens echtgenote indirect bestuurster was. Het bezit van de voertuigen door Job Coach, althans de feitelijke aanwezigheid daarvan bij [naam ] , kan onder die omstandigheden niet worden gekwalificeerd als het houden daarvan voor zichzelf.

4.6

Job Coach dient aldus feiten en omstandigheden te stellen waaruit zodanige twijfel ontstaat dat de voertuigen niet langer deel uitmaken van de failliete boedel, dat niet aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen.

4.7

Job Coach heeft in dat kader gesteld dat is voldaan aan de in artikel 3:84 lid 1 BW gestelde vereisten voor overgang van de eigendom van de voertuigen. Zij heeft gewezen op twee koopovereenkomsten als titel, op de bevoegdheid van Alurol om over de voertuigen te beschikken en de bezitsoverdracht van beide voertuigen. Job Coach heeft voor de voertuigen een totaalbedrag van € 24.000,- (€ 15,000,- voor de T-Roc en € 9.000,- voor de Caddy) voldaan aan Alurol, zij heeft beide voertuigen verzekerd, reparaties laten uitvoeren en een apk-keuring laten verrichten. Indien en voor zover de koopovereenkomsten niet als uitgangspunt kunnen dienen, stelt Job Coach zich op het standpunt dat zij na het faillissement van Alurol al haar roerende zaken heeft overgenomen, waaronder deze voertuigen. Job Coach beroept zich verder op haar retentierecht op grond van haar vordering op de boedel wegens ongerechtvaardigde verrijking van de boedel, waar het de T-Roc betreft. Zij stelt daartoe dat wanneer zij niet het bedrag van de koopsom aan de leasemaatschappij zou hebben voldaan, de leasemaatschappij de T-Roc zou hebben teruggenomen en deze tegen executieprijs zou hebben verkocht. Na verrekening van de boeterente en kosten zou Alurol naar verwachting een restschuld hebben overgehouden.

4.8

De curator heeft het bestaan van de koopovereenkomsten met betrekking tot de voertuigen betwist en daartoe gesteld dat de schriftelijke koopovereenkomsten niet zijn terug te vinden in de administratie van Alurol en dat bij de betalingen die op de voertuigen zouden zien geen omschrijvingen staan op de bankafschriften en in de grootboekmutaties niet zijn geboekt als zijnde verkoop van de voertuigen. Ook is er geen btw afgedragen ter zake de verkoop van de voertuigen, waren de voertuigen op de datum van faillissement door Alurol verzekerd, wordt de motorrijtuigenbelasting tot op heden in rekening gebracht bij Alurol en is er in ieder geval tot 18 juli 2022 op kosten van Alurol benzine getankt met de T-Roc. Ook roepen de kilometerstanden van de T-Roc de nodige vragen op. Zo had deze volgens de gestelde koopovereenkomst op 5 maart 2022 een tellerstand van 69.821 kilometer, welke tot 20 oktober 2022 is opgelopen tot 74.340 kilometer. Dit zou betekenen dat er in een periode van 7,5 maand slechts 4.519 kilometer is gereden, hetgeen niet rijmt met het feit dat er in de periode van 18 maart 2022 tot en met 18 juli 2022 in totaal 633,31 liter benzine is getankt, waarmee onder de meest ongunstige omstandigheden (1:16) tenminste 10.132,96 kilometer kan worden gereden.

4.9

De kantonrechter oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat de eigendom van de voertuigen daadwerkelijk is overgedragen aan Job Coach. Job Coach heeft erkend dat de voertuigen niet formeel aan haar zijn overgedragen en dat zij aan Alurol geen vrijwaringsbewijs heeft afgegeven. De gestelde koopovereenkomsten d.d. 5 maart en 20 juni 2022 zijn niet in de administratie van Alurol aangetroffen en niet boekhoudkundig in de administratie van Alurol verwerkt. Alurol heeft na de gestelde overdracht op 5 maart en 20 juni 2022 tot in ieder geval de datum van het faillissement de verzekeringen en de motorrijtuigenbelasting betaald. De verzekering voor de voertuigen is pas met ingang van

17 augustus 2022 door Job Coach afgesloten en de belastingdienst sloeg Alurol, althans de curator q.q. nog in oktober 2022 aan voor de motorrijtuigenbelasting over het komende kwartaal. Verder blijkt dat Alurol voor de T-Roc nog vier maanden de benzine heeft betaald. Daarbij heeft Job Coach de door de curator uiteengezette twijfel met betrekking tot de juistheid van de kilometerstand zoals op de koopovereenkomst van de T-Roc vermeld, niet ontkracht. Dit alles maakt dat niet aannemelijk is geworden dat de koopovereenkomsten tussen Alurol en Job Coach daadwerkelijk tot stand zijn gekomen, zodat een titel voor overdracht ontbreekt.

4.1

Dat de twee voertuigen onderdeel uitmaakten van de tussen Jobcoach en de curator gesloten koopovereenkomst, zoals door Job Coach (subsidiair) gesteld, is evenmin gebleken. Weliswaar hebben partijen gesproken over
“directe betaling van € 25.000,-- ex BTW voor de roerende zaken van de failliet”,maar daarbij is door de curator onweersproken gesteld dat hij pas na het voorleggen van de transactie aan de rechter-commissaris (e-mail d.d. 8 september 2022) bekend raakte met deze voertuigen op naam van Alurol (brief RDW ingekomen op 13 september 2022). Ook volgt uit de bij dagvaarding gevoegde correspondentie dat partijen het niet eens zijn geworden over de inhoud van de overeenkomst, omdat de curator zich op het standpunt stelt dat de voortuigen hiervan geen onderdeel uitmaken. Bovendien is de stelling van Job Coach dat de voertuigen onderdeel uitmaken van de doorstartovereenkomst niet te verenigen met haar primaire stelling dat zij de voertuigen (op grond van eerder gesloten koopovereenkomsten) reeds in eigendom heeft. Onaannemelijk is dat Job Coach een koopovereenkomst met de curator sluit, terwijl zij meent dat de twee voertuigen die van die koopovereenkomst deel uitmaken reeds eerder voor een (reële) waarde van € 24,000,- door haar werden gekocht en aldus niet (meer) tot de boedel van Alurol behoren.

4.11

Job Coach heeft zich verder nog beroepen op een retentierecht. De kantonrechter gaat hieraan voorbij. Ook als de leasemaatschappij zou zijn betaald door doorbetaling van een geldsom die is gestort door Job Coach, betekent dat niet zonder meer dat Job Coach daardoor een vordering heeft gekregen op Alurol op grond waarvan zij gerechtigd is voertuigen van Alurol onder zich te houden.

4.12

Het voorgaande brengt met zich dat de door de curator gevorderde afgifte van de voertuigen alsmede de bijbehorende kentekenbewijzen, onderhoudsboekjes, reservesleutels en andere toebehoren zal worden toegewezen, waarbij zal worden bepaald dat de afgifte dient te geschieden binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per week of een gedeelte daarvan dat Job Coach daarmee in gebreke mocht blijven, met dien verstande dat Job Coach niet meer zal verbeuren dan een totaalbedrag van € 25.000,-.

4.13

De machtiging tot het zelf revindiceren van bovengenoemde zaken is als niet weersproken en op grond van artikel 3:299 BW eveneens toewijsbaar.

4.14

Job Coach zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 498,- wegens salaris voor de gemachtigde van de curator conform de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken per 1 februari 2021, met dien verstande dat de gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen indien en voor zover Job Coach de proceskosten niet binnen veertien dagen na de betekening van het vonnis zal hebben voldaan. Daarbij overweegt de kantonrechter dat Job Coach, indien deze door de betekening van het vonnis kennis heeft kunnen nemen van de inhoud daarvan, de gelegenheid moet worden geboden om binnen een redelijke termijn aan de proceskostenveroordeling in dit vonnis te voldoen, waarbij een termijn van veertien dagen als een redelijke termijn voor nakoming wordt gezien.

4.15

De nakosten, waarvan de curator betaling vordert, zullen op de in het dictum weergegeven wijze worden begroot.

5.De beslissing

De kantonrechter:

5.1

veroordeelt Job Coach om uiterlijk binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis de voertuigen met kentekens [kenteken 1] en [kenteken 2] , alsmede de bijbehorende kentekenbewijzen, onderhoudsboekjes, reservesleutels en andere toebehoren volledig af te geven aan de curator, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere week of een gedeelte daarvan dat zij daarmee in gebreke mocht blijven en met dien verstande dat Job Coach niet meer zal verbeuren dan een totaalbedrag van € 25.000,-;

5.2

machtigt de curator de voertuigen, alsmede de kentekenbewijzen, onderhoudsboekjes, reservesleutels en andere toebehoren, zelf te revindiceren indien Job Coach in gebreke blijft (volledig) aan bovengenoemde veroordeling te voldoen, welke revindicatie bewerkstelligd dient te worden door een deurwaarder – zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie – en dat alles voor rekening en risico van Job Coach;

5.3

veroordeelt Job Coach in de kosten van dit geding, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 498,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 15e dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;

5.4

veroordeelt Job Coach onder de voorwaarde dat zij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door de curator volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan salaris voor de gemachtigde van de curator, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;

5.5

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.6

wijst de vordering voor het overige af.

Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Lende-Mulder Smit, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.