Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 februari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] GmbH, gevestigd te [plaats 1] (Duitsland), belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
€ 2.273 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking) en een verzuimboete van € 5.514 opgelegd (de boetebeschikking).
[naam 1] ter bijstand, en namens de inspecteur, mr. drs. [inspecteur 1] , mr. drs. [inspecteur 2] en mr. [inspecteur 3] .
Beoordeling door de rechtbank
Feiten
€ 369.000 en op de peildatum 1-1-2019 € 445.000.
4.5 De inspecteur heeft alle correspondentie met betrekking tot belanghebbende naar het woonadres van mevrouw [naam 2] (zijnde het adres van de onroerende zaak) verzonden.
OverwegingenNieuw ingenomen standpunt van belanghebbende ter zitting
Is sprake van omkering en verzwaring van de bewijslast?
De enkele verklaring ter zitting van de heer [naam 3] dat geen onderliggende stukken konden worden overgelegd omdat deze bij een huiszoeking in beslag zijn genomen en na afloop van de strafrechtelijke procedure door de officier van justitie niet geretourneerd zijn, maakt dit niet anders.
Is terecht belastingrente in rekening gebracht?